BR 2014/137
Om de negatieve gevolgen van het project voor een foerageergebied voor vogelsoorten waarvoor een nabijgelegen Natura 2000-gebied is aangewezen, te neutraliseren, worden maatregelen genomen die voorzien in vervangend foerageergebied. Dit zijn mitigerende en geen compenserende maatregelen. In de passende beoordeling mag ook rekening worden gehouden met autonome ontwikkelingen.
ABRvS 29-10-2014, ECLI:NL:RVS:2014:3884, m.nt. H.E. Woldendorp
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
29 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. W.D.M. van Diepenbeek, W.J. Deetman en D.J.C. van den Broek
- Zaaknummer
201309630/1/R6
- Noot
H.E. Woldendorp
- JCDI
JCDI:ADS919558:1
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2014:3884, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 29‑10‑2014
- Wetingang
(Art. 19d Nbw 1998)
Essentie
Om de negatieve gevolgen van het project voor een foerageergebied voor vogelsoorten waarvoor een nabijgelegen Natura 2000-gebied is aangewezen, te neutraliseren, worden maatregelen genomen die voorzien in vervangend foerageergebied. Dit zijn mitigerende en geen compenserende maatregelen. In de passende beoordeling mag ook rekening worden gehouden met autonome ontwikkelingen.
Samenvatting
De Afdeling ziet zich voor de vraag gesteld of de maatregelen die in het projectplan zijn voorzien in het licht van het arrest van het Hof van Justitie in de A2-zaak (arrest van 15 mei 2014, C-521/12) kunnen worden aangemerkt als beschermingsmaatregelen die in een passende beoordeling mogen worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.