Einde inhoudsopgave
Besluit zij-instroom leraren primair en voortgezet onderwijs
Artikel 9 Inrichting van bekwaamheidsonderzoek
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
14-10-2021, Stb. 2021, 522 (uitgifte: 05-11-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2021, Stb. 2022, 13 (uitgifte: 11-01-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Primair onderwijs
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Degene die zich wil onderwerpen aan een bekwaamheidsonderzoek, dient daartoe een aanvraag in bij het instellingsbestuur.
2.
Het bekwaamheidsonderzoek omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de betrokkene, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dit onderzoek. Het bekwaamheidsonderzoek richt zich in het bijzonder op kennis, inzicht en vaardigheden die betrokkene blijkens de beoordeling, bedoeld in artikel 172, tweede lid, onderdeel c, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 152, tweede lid, onderdeel c, van de Wet op de expertisecentra of artikel 7.27, vierde lid, onderdeel c, van de Wet voortgezet onderwijs 2020, nog behoorde te verwerven.
3.
Het bekwaamheidsonderzoek is zodanig ingericht dat daarvan in ieder geval deel uitmaakt een, zonodig in tijd gespreide, beoordeling van het functioneren in de praktijk op die onderdelen waarop scholing en begeleiding noodzakelijk zijn geacht. Bij die beoordeling is in ieder geval personeel betrokken dat daartoe door het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 172 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 152, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra of artikel 7.27, tweede lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020, wordt aangewezen.
4.
De periode van scholing en begeleiding wordt zodanig ingericht dat daarin voor de betrokkene in elk geval tweemaal de gelegenheid bestaat het bekwaamheidsonderzoek te ondergaan.