Einde inhoudsopgave
Beschikking 2008/381/EG betreffende het opzetten van een Europees migratienetwerk
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 21-05-2008
- Redactionele toelichting
De datum van inwerkingtreding is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
14-05-2008, PbEU 2008, L 131 (uitgifte: 21-05-2008, regelingnummer: 2008/381/EG)
- Inwerkingtreding
21-05-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2008, PbEU 2008, L 131 (uitgifte: 21-05-2008, regelingnummer: 2008/381/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Beschikking van de Raad van 14 mei 2008 betreffende het opzetten van een Europees migratienetwerk
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 66,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
In 2003 werd door de Commissie een voorbereidende actie met een looptijd van drie jaar tot instelling van een Europees migratienetwerk (EMN) opgezet, die ten doel had de Gemeenschap en haar lidstaten objectieve, betrouwbare en actuele gegevens over migratie te verstrekken.
- (2)
Op zijn bijeenkomst in Thessaloniki in juni 2003 heeft de Europese Raad, rekening houdend met het belang van toezicht op en analyse van het multidimensionale migratiefenomeen, in zijn conclusies de instelling van het EMN verwelkomd en verklaard dat hij zou bezien of het mogelijk was om in de toekomst een permanente structuur op te zetten.
- (3)
Op 4 november 2004 hechtte de Europese Raad zijn goedkeuring aan een meerjarenprogramma ter versterking van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat bekend staat als het Haagse programma; hierin wordt aangedrongen op de ontwikkeling van de tweede fase van een gemeenschappelijk beleid op het gebied van asiel, migratie, visa en grenzen, die op 1 mei 2004 is ingegaan en onder meer is gebaseerd op een intensievere praktische samenwerking tussen de lidstaten en een betere uitwisseling van informatie. In het Haagse programma wordt erkend dat ‘aan de voortgaande ontwikkeling van het Europees asiel- en migratiebeleid een gemeenschappelijke analyse van alle aspecten van de migratiefenomenen ten grondslag (moet) liggen. Het is van cruciaal belang het vergaren, verstrekken, uitwisselen en doeltreffend gebruik van actuele informatie en cijfermatige gegevens over alle ter zake doende ontwikkelingen op het terrein van migratie te verbeteren’.
- (4)
Teneinde de betrokken partijen te raadplegen over de toekomst van het EMN, heeft de Commissie op 28 november 2005 een ‘Groenboek over de toekomst van het Europees migratienetwerk’ aangenomen, waarin niet alleen de werking van het EMN tijdens de eerste jaren van de voorbereidende fase wordt beoordeeld, maar waarin ook kwesties worden behandeld zoals de opdracht en de toekomstige structuur van het EMN.
- (5)
De openbare raadpleging heeft aangetoond dat de meeste betrokken partijen voorstander zijn van de voortzetting en de intensivering van de activiteiten van het EMN en van de handhaving van het oorspronkelijke doel van het EMN, namelijk het verstrekken van actuele, objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie over migratie en asiel. Er is ook gebleken dat de meeste betrokken partijen wensten dat het EMN verbonden zou blijven met de Commissie.
- (6)
Het EMN moet voorkomen dat de werkzaamheden van bestaande communautaire instrumenten of structuren die ten doel hebben informatie op het gebied van migratie en asiel te verzamelen en uit te wisselen, elkaar overlappen, en in vergelijking daarmee een meerwaarde bieden, in het bijzonder door middel van zijn brede takenpakket, een grote aandacht voor analyse, contacten met de academische gemeenschap en de vrije toegankelijkheid van zijn resultaten.
- (7)
Naast andere bestaande instrumenten en structuren vormt Verordening (EG) nr. 862/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende communautaire statistieken over migratie en internationale bescherming (2) een belangrijk referentiekader voor de werking van het Europese migratienetwerk. Ook dient aandacht te worden geschonken aan het waardevolle werk van het Centrum voor informatie, beraad en gegevensuitwisseling inzake grensoverschrijding en immigratie (CIBGGI) en aan de bepalingen van Beschikking 2005/267/EG van de Raad van 16 maart 2005 betreffende de totstandbrenging van een beveiligd op internet gebaseerd informatie- en coördinatienetwerk voor de migratiebeheersdiensten van de lidstaten (3).
- (8)
Met het oog op de verwezenlijking van zijn doelstellingen dient het EMN te worden ondersteund door een nationaal contactpunt in elke lidstaat. De activiteiten van de nationale contactpunten worden op het niveau van de Gemeenschap gecoördineerd door de Commissie, bijgestaan door een dienstverlener die over voldoende deskundigheid beschikt om de routinewerkzaamheden van het EMN, inclusief het opzetten van het systeem voor de uitwisseling van informatie, te organiseren.
- (9)
Om te garanderen dat de nationale contactpunten over de nodige deskundigheid beschikken om de talrijke uiteenlopende aspecten van migratie- en asielkwesties te behandelen, moeten deze zijn samengesteld uit ten minste drie deskundigen die elk afzonderlijk of gezamenlijk competent zijn op het gebied van beleidsvorming, wetgeving, onderzoek en statistiek. Deze deskundigen kunnen afkomstig zijn uit de overheidsdiensten van de lidstaten of uit andere organisaties. Elk nationaal contactpunt beschikt collectief ook over adequate deskundigheid op het gebied van informatietechnologie, inzake het opzetten van samenwerkingssystemen en netwerken met andere nationale organisaties en entiteiten, en inzake samenwerking in een meertalige omgeving op Europees niveau.
- (10)
Elk nationaal contactpunt stelt een nationaal migratienetwerk in, dat is samengesteld uit organisaties en personen die actief zijn op het gebied van migratie en asiel, zoals universiteiten, onderzoeksorganisaties en onderzoekers, gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties en internationale organisaties, om ervoor te zorgen dat alle betrokken partijen worden gehoord.
- (11)
Een bestuur geeft het EMN sturing op beleidsgebied, onder meer door zijn medewerking te verlenen bij het opstellen en goedkeuren van het jaarlijkse werkprogramma van het EMN.
- (12)
Teneinde een zo ruim mogelijke verspreiding te waarborgen van de door het EMN in de vorm van studies en verslagen geproduceerde informatie, moet deze informatie beschikbaar zijn via de meest geavanceerde technologische middelen, waaronder een speciale website.
- (13)
Wanneer zulks nodig is om zijn doelstellingen te verwezenlijken, moet het EMN samenwerkingsrelaties kunnen opbouwen met andere entiteiten die actief zijn op het gebied van migratie en asiel. Daarbij moet bijzondere aandacht worden besteed aan de totstandbrenging van een goed niveau van samenwerking met entiteiten in Denemarken, IJsland, Noorwegen, Zwitserland, de kandidaat-lidstaten, de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen en Rusland.
- (14)
Het EMN wordt door middel van subsidies van de Commissie medegefinancierd overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4).
- (15)
Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (5) en Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (6) moeten in het kader van het systeem voor de uitwisseling van informatie van het EMN in aanmerking worden genomen.
- (16)
Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, heeft het Verenigd Koninkrijk meegedeeld dat het wenst deel te nemen aan de aanneming en de toepassing van de onderhavige beschikking.
- (17)
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en onverminderd artikel 4 van genoemd protocol, neemt Ierland niet deel aan de aanneming van de onderhavige beschikking, dat bijgevolg niet bindend is voor, noch van toepassing is in Ierland.
- (18)
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de positie van Denemarken, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze beschikking, die derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing in Denemarken,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:
Voetnoten
Advies uitgebracht op 10 april 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
PB L 199 van 31.7.2007, blz. 23.
PB L 83 van 1.4.2005, blz. 48.
PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1525/2007 (PB L 343 van 27.12.2007, blz. 9).
PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.