VR 2014/152
Roekeloosheid. Bewijs.
HR 01-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:773
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 april 2014
- Magistraten
mrs. Van Schendel, Splinter-van Kan, Buruma
- Zaaknummer
13/02564
- Conclusie
A-G Knigge
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:773, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:232, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑11‑2013
- Wetingang
(art. 6 WVW 1994)
Essentie
Roekeloosheid. Bewijs.
Samenvatting
De verdachte die niet beschikte over een rijbewijs heeft gereden met een snelheid van ongeveer 200 km/u, is met hoge snelheid een afrit opgereden en heeft daar over de vluchtstrook een voor hem rijdende auto rechts ingehaald. Deze omstandigheden zouden toereikend kunnen zijn voor het oordeel dat de verdachte “zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend” heeft gereden, maar zij zijn niet zonder meer toereikend voor het oordeel dat de verdachte “roekeloos” in de zin van art. 6 in verbinding met art. 175 WVW 1994 heeft gereden.
Partij(en)
1 april 2014
Strafkamer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.