Einde inhoudsopgave
Besluit houders van dieren
Artikel 6.2 Overgangsrecht konijnen
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2022
- Bronpublicatie:
13-12-2021, Stb. 2021, 636 (uitgifte: 20-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-01-2022, Stb. 2022, 50 (uitgifte: 03-02-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Dierenrecht / Algemeen
1.
Tot en met 22 april 2016 is het toegestaan om een voedster als bedoeld in artikel 2.76j buiten de periode van drie dagen voor het berekende tijdstip van werpen tot en met 18 dagen na het werpen te huisvesten in een kooi als bedoeld in artikel 2.76o, tweede lid.
2.
Tot en met 22 april 2016 is het degene die konijnen houdt in een huisvestingssysteem dat op 23 april 2006 reeds in gebruik was toegestaan om af te wijken van de artikelen 2.76o, eerste lid, onderdeel a, subonderdeel 2, onderdelen b en c, tweede lid en het vierde tot en met zesde lid, onderdelen a en b, op voorwaarde dat de houder ten minste 50 punten behaalt volgens de tabel in bijlage III bij dit besluit.
3.
Onze Minister kan tot en met 22 april 2016 ontheffing verlenen van de voorwaarde, bedoeld in het tweede lid, aan een konijnenhouder als bedoeld in artikel 16, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Verordening welzijnsnormen konijnen (PPE) 2006, zoals dat luidde onmiddellijk voor inwerkingtreding van dit lid.
4.
Een ontheffing als bedoeld in het derde lid wordt verleend voor een periode van een jaar.
5.
Ontheffingen, verleend op grond van artikel 16, eerste lid, onderdeel a, van de Verordening welzijnsnormen konijnen (PPE) 2006 worden aangemerkt als ontheffingen als bedoeld in het derde lid.
6.
Het tweede lid is niet van toepassing op degene aan wie een ontheffing is verleend als bedoeld in het derde of vijfde lid, en die is ingetrokken.