Einde inhoudsopgave
Europese overeenkomst inzake de bescherming van dieren tijdens internationaal vervoer (herzien)
Artikel 31 Multilateraal overleg
Geldend
Geldend vanaf 14-03-2006
- Bronpublicatie:
06-11-2003, Trb. 2007, 103 (uitgifte: 04-06-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-03-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-11-2003, Trb. 2007, 103 (uitgifte: 04-06-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Algemeen
1.
Binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst en daarna om de vijf jaar, of frequenter indien de meerderheid van de Partijen daarom verzoekt, plegen de Partijen multilateraal overleg binnen de Raad van Europa.
2.
Dit overleg vindt plaats tijdens vergaderingen bijeengeroepen door de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa.
3.
Elke Partij heeft het recht een of meer vertegenwoordigers te benoemen om aan het overleg deel te nemen. De Partijen dienen ten minste een maand voor iedere vergadering de naam van hun vertegenwoordiger(s) mede te delen aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa. Elke Partij heeft het recht een stem uit te brengen. Elke Staat die Partij is bij deze Overeenkomst heeft een stem.
4.
Met betrekking tot kwesties die binnen haar bevoegdheid vallen oefent de Europese Gemeenschap, na Partij bij de Overeenkomst te zijn geworden, haar stemrecht uit en brengt een aantal stemmen uit dat gelijk is aan het aantal van haar lidstaten die Partij zijn bij de Overeenkomst; de Europese Gemeenschap oefent haar stemrecht niet uit indien de betrokken lidstaten hun eigen stemrecht uitoefenen en omgekeerd.
5.
De Partijen kunnen het advies van deskundigen inwinnen. Zij kunnen, uit eigen beweging of op verzoek van de betrokken organisatie, elke internationale of nationale, gouvernementele of niet-gouvernementele organisatie die over technische kwalificaties beschikt op de onder deze Overeenkomst vallende gebieden, uitnodigen zich bij hun overleg of een deel daarvan door een waarnemer te laten vertegenwoordigen. Het besluit dergelijke deskundigen of organisaties uit te nodigen wordt genomen met een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen.
6.
Na elk overleg doen de Partijen het Comité van de Raad van Ministers van de Raad van Europa een verslag toekomen inzake het overleg en inzake de werking van de Overeenkomst.
7.
Met inachtneming van de bepalingen van deze Overeenkomst stellen de Partijen het reglement van orde voor het overleg vast.