Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 448 Openbaarmaking van blootstellingen aan renterisico in verband met niet in de handelsportefeuille opgenomen posities
Geldend
Geldend vanaf 27-06-2019
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 28-06-2021.
- Bronpublicatie:
20-05-2019, PbEU 2019, L 150 (uitgifte: 07-06-2019, regelingnummer: 2019/876)
- Inwerkingtreding
27-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2019, PbEU 2019, L 150 (uitgifte: 07-06-2019, regelingnummer: 2019/876)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Met ingang van 28 juni 2021 gaan instellingen over tot openbaarmaking van de volgende kwantitatieve en kwalitatieve informatie over de risico's uit hoofde van potentiële wijzigingen in rentetarieven die van invloed zijn op zowel de economische waarde van het eigen vermogen als de nettorentebaten van hun activiteiten buiten de handelsportefeuille als bedoeld in artikel 84 en artikel 98, lid 5, van Richtlijn 2013/36/EU:
- a)
de wijzigingen in de economische waarde van het eigen vermogen, berekend onder de zes schokscenario's in het toezicht als bedoeld in artikel 98, lid 5, van Richtlijn 2013/36/EU voor de lopende en voorgaande openbaarmakingperioden;
- b)
de wijzigingen in de nettorentebaten, berekend onder de twee schokscenario's in het toezicht als bedoeld in artikel 98, lid 5, van Richtlijn 2013/36/EU voor de lopende en voorgaande openbaarmakingperioden;
- c)
een beschrijving van de voornaamste aannames voor modellering en parameters, behalve die, bedoeld in artikel 98, lid 5 bis, punten b) en c), van Richtlijn 2013/36/EU, die worden gebruikt voor het berekenen van de wijzigingen in de economische waarde van het eigen vermogen en in de nettorentebaten die vereist zijn krachtens de punten a) en b) van dit lid;
- d)
een toelichting bij de significantie van de krachtens de punten a) en b) van dit lid openbaar gemaakte risicomaatstaven en van alle significante variaties van die risicomaatstaven sinds de vorige referentiedatum voor de openbaarmaking;
- e)
de beschrijving van de wijze waarop instellingen het renterisico van hun activiteiten buiten de handelsportefeuille bepalen, meten, limiteren en controleren ten behoeve van de toetsing door de bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 84 van Richtlijn 2013/36/EU, inclusief:
- i)
een beschrijving van de specifieke risicomaatstaven die instellingen gebruiken voor het evalueren van veranderingen in de economische waarde van het eigen vermogen en in hun nettorentebaten;
- ii)
een beschrijving van de voornaamste aannames voor modellering en parameters die worden gebruikt bij de interne meetsystemen van instellingen en die zouden verschillen van de gemeenschappelijke aannames voor modellering en parameters als bedoeld in artikel 98, lid 5 bis, van Richtlijn 2013/36/EU voor het berekenen van de wijzigingen in de economische waarde van het eigen vermogen en in de nettorentebaten, inclusief de redenen voor deze verschillen;
- iii)
een beschrijving van de renteschokscenario's die instellingen gebruiken om het renterisico te schatten;
- iv)
de opname van het effect van afdekkingen tegen die renterisico's, met inbegrip van interne afdekkingen die voldoen aan de vereisten in artikel 106, lid 3;
- v)
een overzicht van de frequentie waarmee de evaluatie van het renterisico plaatsvindt;
- f)
de beschrijving van de algemene strategieën voor risicobeheer en beperking van die risico's;
- g)
de gemiddelde en langste looptijd voor renteherziening die aan deposito's zonder vaste looptijd wordt toegekend.
2.
In afwijking van lid 1 van dit artikel zijn de vereisten in punt c) en punt e), onder i) tot en met iv), van lid 1 van dit artikel niet van toepassing op instellingen die gebruik maken van de gestandaardiseerde methode of de vereenvoudigde gestandaardiseerde methode, bedoeld in artikel 84, lid 1, van Richtlijn 2013/36/EU.