Einde inhoudsopgave
Besluit jaarrekening banken
Artikel 6 [Schulden]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2012
- Bronpublicatie:
22-12-2011, Stb. 2011, 673 (uitgifte: 29-12-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2011, Stb. 2011, 671 (uitgifte: 29-12-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet van 22-12-2011, Stb. 670.
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
1.
Onder schulden worden afzonderlijk opgenomen:
- a.
de schulden aan banken als bedoeld in artikel 3 lid 2, onderscheiden naar de onmiddellijk opeisbare schulden en de overige schulden;
- b.
de schulden aan klanten, niet zijnde banken, onderscheiden naar spaargelden en andere schulden en voor beide groepen eveneens onderscheiden naar de onmiddellijk opeisbare schulden en de overige schulden;
- c.
de schulden in schuldbewijzen belichaamd, onderscheiden naar verhandelbare schuldbewijzen met een vaste of van de rentestand afhankelijke rente en de overige schuldbewijzen;
- d.
de overige schulden, onder vermelding van de aard en omvang van de schulden die van belang zijn op het geheel van de schulden.
2.
Onder schulden aan banken of aan klanten wordt begrepen de bij een verkoop van activa door de bank ontvangen prijs, indien teruglevering tegen een bepaalde prijs is bedongen.
3.
Onderscheiden naar de in lid 1, onder a, b en c genoemde groepen van schulden, worden aangegeven de al dan niet in een schuldbewijs belichaamde schulden aan groepsmaatschappijen en die aan andere rechtspersonen en vennootschappen die een deelneming hebben in de bank of waarin de bank een deelneming heeft.
4.
Bij de verhandelbare schuldbewijzen met een vaste of van de rentestand afhankelijke rente wordt het bedrag vermeld dat opeisbaar wordt tijdens het boekjaar volgend op dat waarop de jaarrekening betrekking heeft.
5.
Van de schulden die in rang zijn achtergesteld bij de andere schulden worden de in lid 3 bedoelde uitsplitsing alsmede de in het boekjaar op deze schulden betaalde lasten vermeld. Van elk van de achtergestelde schulden die meer beloopt dan een tiende van het bedrag van alle achtergestelde schulden worden vermeld:
- a.
bedrag, geldeenheid, rentevoet en looptijd, hetzij bepaald, hetzij onbepaald;
- b.
de voorwaarden van de achterstelling;
- c.
eventuele bedingen die kunnen leiden tot een vervroegde aflossing of tot omzetting in kapitaal of andere passiva.
Bij de overige achtergestelde schulden worden globaal de bedongen voorwaarden medegedeeld. Zij worden gesplitst overeenkomstig artikel 3 lid 8.
6.
Bij converteerbare leningen worden de voorwaarden van conversie medegedeeld.
7.
De niet onmiddellijk opeisbare schulden aan banken alsmede die aan klanten, de spaargelden en de schulden belichaamd in de overige schuldbewijzen, bedoeld in lid 1, onder c, worden gesplitst overeenkomstig artikel 3 lid 8.