Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/128/EG tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden
Artikel 9 Sproeien vanuit de lucht
Geldend
Geldend vanaf 25-11-2009
- Bronpublicatie:
21-10-2009, PbEU 2009, L 309 (uitgifte: 24-11-2009, regelingnummer: 2009/128/EG)
- Inwerkingtreding
25-11-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-10-2009, PbEU 2009, L 309 (uitgifte: 24-11-2009, regelingnummer: 2009/128/EG)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
De lidstaten dragen er zorg voor dat spuiten vanuit de lucht wordt verboden.
2.
In afwijking van lid 1 kan spuiten vanuit de lucht enkel in bijzondere gevallen worden toegestaan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- a)
er is geen haalbaar alternatief, of er zijn duidelijke voordelen in termen van verminderde effecten op de menselijke gezondheid en het milieu in vergelijking met de toepassing van pesticiden vanaf de grond;
- b)
er worden alleen pesticiden gebruikt waarvan het spuiten vanuit de lucht uitdrukkelijk door de lidstaat is goedgekeurd na een specifieke beoordeling van de risico's van spuiten vanuit de lucht;
- c)
de bediener die het spuiten vanuit de lucht uitvoert, is houder van een certificaat als bedoeld in artikel 5, lid 2. Gedurende de overgangsperiode zolang het systeem van certificaten nog niet is ingevoerd, mogen de lidstaten andere bekwaamheidsbewijzen aanvaarden;
- d)
de onderneming die verantwoordelijk is voor het toepassen van pesticiden door spuiten vanuit de lucht, wordt gecertificeerd door een instantie die bevoegd is voor het toelaten van apparatuur en luchtvaartuigen voor het spuiten van pesticiden vanuit de lucht;
- e)
als het te besproeien gebied in de nabijheid ligt van gebieden die voor het publiek toegankelijk zijn, worden in de goedkeuring specifieke risicobeheersmaatregelen opgenomen om nadelige gevolgen voor de gezondheid van omstanders te voorkomen. Het te besproeien gebied mag niet in de nabijheid van woongebieden liggen;
- f)
vanaf 2013 zijn de luchtvaartuigen uitgerust met hulpstukken die de beste beschikbare technologie ter vermindering van verwaaiende sproeinevel vormen.
3.
De lidstaten wijzen de instanties aan die bevoegd zijn voor het vaststellen van de specifieke voorwaarden waaronder spuiten vanuit de lucht mag worden uitgevoerd, voor de behandeling van verzoeken overeenkomstig lid 4 en voor de bekendmaking voor welke gewassen, gebieden, omstandigheden en specifieke toepassingsbehoeften, alsmede onder welke weersomstandigheden, spuiten vanuit de lucht kan worden toegestaan.
In de vergunning schrijven de bevoegde instanties tevens de vereiste maatregelen voor om omwonenden en omstanders tijdig te waarschuwen en het milieu in de omgeving van het bespoten gebied te beschermen.
4.
Een professionele gebruiker die pesticiden wil toepassen door sproeien vanuit de lucht, dient bij de bevoegde autoriteit een verzoek om goedkeuring van een toepassingsplan in, en voegt daarbij het bewijs waaruit blijkt dat is voldaan aan de in lid 2 en 3 vermelde voorwaarden. Het verzoek om toepassing van pesticiden door sproeien vanuit de lucht overeenkomstig het goedgekeurde toepassingsplan wordt tijdig bij de bevoegde autoriteit ingediend. Het bevat informatie over het te verwachten tijdstip waarop wordt gesproeid en de hoeveelheid en het type pesticide die wordt gebruikt.
De lidstaten mogen bepalen dat verzoeken om te mogen sproeien vanuit de lucht overeenkomstig een goedgekeurd toepassingsplan waarop binnen de door de bevoegde autoriteiten bepaalde termijn geen antwoord is ontvangen over de beslissing, worden beschouwd als zijnde goedgekeurd.
In bijzondere omstandigheden, zoals een noodgeval of een bepaalde moeilijke situatie, kunnen ook enkelvoudige verzoeken om te mogen sproeien vanuit de lucht ter goedkeuring worden ingediend. In gerechtvaardigde gevallen hebben de bevoegde autoriteiten de mogelijkheid een versnelde procedure te volgen om na te gaan of is voldaan aan de in leden 2 en 3 bedoelde voorwaarden, voordat pesticiden worden toegepast door sproeien vanuit de lucht.
5.
De lidstaten zorgen ervoor dat aan de voorwaarden van de leden 2 en 3 wordt voldaan door op passende wijze toezicht te houden.
6.
De bevoegde instanties houden een register bij van de in lid 4 bedoelde verzoeken en goedkeuringen en stellen overeenkomstig het toepasselijke nationale of communautaire recht de daarin vervatte relevante informatie, zoals het te besproeien gebied, de te verwachten dag en tijd waarop wordt gesproeid en het type pesticide, ter beschikking van het publiek.