JAR 2017/116
Hoge Raad vult Mediant-beschikking aan: ook in hoger beroep is voorwaardelijke ontbinding mogelijk na ontslag op staande voet.
HR 31-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:571
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
31 maart 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/03870
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:571, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:21, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑01‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑07‑2016
- Wetingang
Art. 7:669, 7:671b, 7:677, 7:681, 7:683 BW
Essentie
Een heftruckchauffeur van Vlisco wordt op 27 juli 2015 op staande voet ontslagen. In de procedure waarin de werknemer de kantonrechter verzoekt om het ontslag op staande voet te vernietigen, verzoekt Vlisco om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de e, g en h-grond. De kantonrechter geeft een bewijsopdracht met betrekking tot het ontslag op staande voet en ontbindt de arbeidsovereenkomst per 1 december op de e-grond, voor het geval het ontslag op staande voet wordt vernietigd. Het Hof oordeelt anders. Aan de verzochte ontbinding legt Vlisco dezelfde omstandigheden ten grondslag als aan het ontslag op staande voet. Als de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.