Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende inheemse en in stamverband levende volken in onafhankelijke landen
Artikel 23
Geldend
Geldend vanaf 05-09-1990
- Bronpublicatie:
27-06-1989, Trb. 1996, 99 (uitgifte: 17-04-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
05-09-1990
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-02-1998, Trb. 1998, 45 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
International Labour Organization
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
1.
Ambachten, industrieën ten plattelande en binnen de gemeenschap, traditionele en economische activiteiten, die uitsluitend toereikend zijn om in eigen onderhoud te voorzien, alsmede traditionele activiteiten van de betrokken volken, zoals jagen, vissen, jagen met behulp van vallen en verzamelen, dienen te worden erkend als belangrijke factoren in de instandhouding van hun cultuur en hun economische onafhankelijkheid en ontwikkeling. De Regeringen dienen, met deelneming van deze volken en wanneer passend, te verzekeren dat deze activiteiten worden versterkt en bevorderd.
2.
Op verzoek van de betrokken volken dient, wanneer mogelijk, passende technische en financiële ondersteuning te worden geboden, rekening houdende met de traditionele technologieën en culturele kenmerken van deze volken, alsmede met het belang van een op billijkheid gegronde, duurzame ontwikkeling.