Einde inhoudsopgave
Regeling Europese bewijzen van luchtwaardigheid
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2020
- Bronpublicatie:
30-06-2020, Stcrt. 2020, 34020 (uitgifte: 01-07-2020, regelingnummer: IENW/BSK-2020/111578)
- Inwerkingtreding
01-10-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-06-2020, Stcrt. 2020, 34020 (uitgifte: 01-07-2020, regelingnummer: IENW/BSK-2020/111578)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
De minister kan een steekproef uitvoeren op een BvL-acceptatiekeuring of een AR in het kader van het houden van toezicht op het erkende bedrijf of persoon.
2.
Op de aanvraag, bedoeld in artikel 2, wordt door de eigenaar of houder van het luchtvaartuig dat behoort tot de algemene luchtvaart, aangegeven op welke datum en op welke plaats in Nederland het luchtvaartuig gereed zal staan voor een mogelijke steekproef.
3.
Tussen de datum waarop de aanvraag bij de minister wordt ingediend en de datum van de mogelijke steekproef wordt een termijn van ten minste acht dagen aangehouden.
4.
Voor een luchtvaartuig dat niet behoort tot de algemene luchtvaart worden zo nodig datum, tijdstip en plaats door de minister, na overleg met de eigenaar of houder van het luchtvaartuig, vastgesteld en schriftelijk aan de eigenaar of houder meegedeeld.
5.
De eigenaar of houder van het luchtvaartuig neemt zo spoedig mogelijk contact op met de minister als het luchtvaartuig door overmacht niet op de op de aanvraag aangegeven of door de minister vastgestelde plaats of datum gereed kan staan voor een mogelijke steekproef.