NJ 2014/128
Schadestaatprocedure; berekening schade wegens verlies van verdienvermogen; gebondenheid rechter in schadestaatprocedure aan beslissingen in hoofdzaak.
HR 20-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:2138, m.nt. T.F.E. Tjong Tjin Tai
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 december 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.A. Loth, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
12/04363
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- Noot
T.F.E. Tjong Tjin Tai
- JCDI
JCDI:ADS127794:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:2138, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑12‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:2160, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑09‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑07‑2012
- Wetingang
Art. 612 Rv
Essentie
Schadestaatprocedure; berekening schade wegens verlies van verdienvermogen; gebondenheid rechter in schadestaatprocedure aan beslissingen in hoofdzaak. Vervolg op HR 8 juni 2001, NJ 2001/433. Het hof in de schadestaatprocedure heeft het oordeel van het hof in de hoofdzaak aldus uitgelegd dat niet vaststond dat eiser tot cassatie geheel en blijvend arbeidsongeschikt zou zijn en dat het oordeel dat eiser tot 50% arbeidsongeschikt zou zijn slechts betrekking had op de periode tot 20 april 1999. Deze uitleg is niet onbegrijpelijk. In de schadestaatprocedure heeft het hof in zoverre, bij de vaststelling van de verdere uitgangspunten van de berekening ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.