Einde inhoudsopgave
Besluit financiële markten BES
Artikel 4:29 (liquiditeit kredietinstellingen)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
22-05-2012, Stb. 2012, 238 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2012, Stb. 2012, 240 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
De liquiditeit van een kredietinstelling is voldoende indien de aanwezige liquiditeit, bedoeld in het derde lid, ten minste gelijk is aan de vereiste liquiditeit, bedoeld in het tweede lid.
2.
De vereiste liquiditeit van een kredietinstelling bestaat uit de som van de gewogen uitstaande kasstromen op basis van de kalenderposten, vermeerderd met de niet in de vervalkalender opgenomen toevertrouwde middelen en overige posten die tot een betalingsverplichting kunnen leiden, gedurende de maandperiode. Onder kalenderposten wordt verstaan een actiefpost of passiefpost waarvan de kasinstromen respectievelijk kasuitstromen als gevolg van aflossing of rentebetalingen in de vervalkalender worden opgenomen.
3.
De aanwezige liquiditeit van een kredietinstelling wordt gevormd door de gewogen voorraadposten en de gewogen kasinstroom van de kalenderposten gedurende de maandperiode, alsmede de officiële standby-faciliteiten. Onder voorraadpost wordt verstaan de liquide activa die niet in de vervalkalender zijn opgenomen.
4.
De Nederlandsche Bank stelt nadere regels met betrekking tot het tweede en derde lid.