NJB 2019/328:Overschrijding redelijke termijn art. 6 lid 1 EVRM en betekening verstekmededeling conform art. 366 Sv: van zodanige overschrijding kan sprake zijn indien het openbaar ministerie bij die betekening niet de nodige voortvarendheid heeft betracht. Daarvan is in elk geval geen sprake indien de verstekmededeling binnen één jaar na de uitspraak rechtsgeldig is betekend, hetzij aan de verdachte in persoon, hetzij op de voet van het bepaalde in art. 588 lid 2 of lid 3 Sv. Voorts dient in aanmerking te worden genomen of een verdachte, die kennis dragende van een tegen hem ingestelde vervolging, op de voorgeschreven wijze opgaaf heeft gedaan van zijn verhuizingen en/of andere in het maatschappelijk verkeer gebruikelijke voorzieningen heeft getroffen. In casu heeft verdachte dit nagelaten zodat van overschrijding van de redelijke termijn geen sprake is geweest