Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 3A:130 Bescherming overboekingsopdrachten
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
28-11-2018, Stb. 2018, 489 (uitgifte: 21-12-2018, kamerstukken: 34842)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2018, Stb. 2018, 491 (uitgifte: 21-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De volgende besluiten laten de regels en de werking van een systeem of systeemexploitant als bedoeld in artikel 212a, onderdeel b, onderscheidenlijk onderdeel q, van de Faillissementswet, onverlet:
- a.
een besluit tot overgang van een gedeelte van de activa of passiva van een entiteit in afwikkeling, een overbruggingsinstelling of entiteit voor activa- en passivabeheer; of
- b.
een besluit op grond van artikel 3A:122, om een overeenkomst waarvan een van de partijen de entiteit in afwikkeling is, te beëindigen of te wijzigen, dan wel om de ontvanger in de plaats te stellen van de entiteit in afwikkeling als partij bij een overeenkomst.
2.
Een besluit als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, laat een overboekingopdracht onverlet, voor zover de uitvoering van dat besluit onverenigbaar zou zijn met het bepaalde in artikel 5 van richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen (PbEG 1998, L 166). Evenmin kan daarbij de afdwingbaarheid worden gewijzigd of teniet worden gedaan van een overboekingopdracht of verrekening overeenkomstig de artikelen 3 en 5 van die richtlijn, van het gebruik van middelen, effecten of kredietfaciliteiten overeenkomstig artikel 4 van die richtlijn of van de bescherming van zakelijke zekerheden overeenkomstig artikel 9 van die richtlijn.