Einde inhoudsopgave
Wet lokaal spoor
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 16-06-2019
- Bronpublicatie:
30-01-2019, Stb. 2019, 61 (uitgifte: 18-02-2019, kamerstukken: 34914)
- Inwerkingtreding
16-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-05-2019, Stb. 2019, 204 (uitgifte: 11-06-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
Vervoersrecht / Railvervoer
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
beheerder: beheerder van de lokale spoorweginfrastructuur die als zodanig is aangewezen op grond van artikel 18, eerste lid;
dagelijks bestuur: dagelijks bestuur van een openbaar lichaam als bedoeld in artikel 20, derde lid, van de Wet personenvervoer 2000;
interoperabiliteitsrichtlijn:richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Europese Unie (PbEU L 2016, 138);
Locaalspoor- en Tramwegwet:Wet van 9 juli 1900, houdende nadere regeling van den dienst en het gebruik van spoorwegen, waarop uitsluitend met beperkte snelheid wordt vervoerd (Stb. 1900, 118);
lokaal spoorwegverkeerssysteem: verkeerssysteem van de krachtens artikel 2, eerste lid, als zodanig aangewezen lokale spoorweg;
lokale spoorweg: spoorweg die krachtens artikel 2, eerste lid, als zodanig is aangewezen;
lokale spoorweginfrastructuur: de elementen, bedoeld in artikel 2, vijfde lid;
Metroreglement:Besluit van 30 oktober 1981, houdende vaststelling van een Algemeen reglement voor de stadsspoorwegen (Stb. 1981, 700);
Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;
rechthebbende: eigenaar, bezitter of degene die een recht van erfpacht, opstal, vruchtgebruik, gebruik, huur of pacht heeft;
Reglement dienst hoofd- en lokaalspoorwegen:Besluit van 25 januari 1977, houdende vaststelling van een algemeen reglement voor de dienst op de hoofd- en lokaalspoorwegen (Stb. 1977, 152);
richtlijn 2007/59/EG: richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen (PbEU 2007, L 315);
richtlijn 2012/34/EU:richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte (PbEU L 2012, 343/32);
spoorvoertuig: voertuig, bestemd voor verkeer over de lokale spoorweg;
spoorwegveiligheidsrichtlijn:richtlijn (EU) 2016/798 van het Europees Parlement en de Raad inzake veiligheid op het spoor (PbEU L 2016, 138);
toezichthouder: de bij besluit van Onze Minister aangewezen personen, bedoeld in artikel 42, eerste lid;
vervoerder: onderneming die met een spoorvoertuig vervoer verricht over een lokale spoorweg;
wegbeheerder: overheden, genoemd in de artikelen 15 tot en met 17 van de Wegenwet of, indien van toepassing, het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 20, derde lid van de Wet personenvervoer 2000 voor zover het wegbeheer aan het openbaar lichaam is overgedragen;
weggebruiker: weggebruiker als bedoeld in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
Wet aanleg locaalspoor- en tramwegen:Wet van 15 december 1917, houdende voorschriften omtrent aanleg en instandhouding van spoorwegen, waarop uitsluitend met beperkte snelheid wordt vervoerd, op wegen niet onder beheer van het Rijk (Stb. 1917, 703);