RvdW 2017/693
Art. 81 lid 1 RO. BOPZ. Verzoek om toekenning van schadevergoeding bij schending van voorschrift van de Wet Bopz.
HR 16-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1098
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 juni 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak, C.E. du Perron
- Zaaknummer
17/00300
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1098, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑06‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:458, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑05‑2017
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. BOPZ. Verzoek om toekenning van schadevergoeding bij schending van voorschrift van de Wet Bopz.
Partij(en)
Conclusie inzake het verzoek van [betrokkene], te [woonplaats], verzoekster tot cassatie, adv.: mr. J. van Weerden.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.F. Langemeijer:
1. Feiten en procesverloop
1.1.
In cassatie kan worden uitgegaan van de feiten zoals vermeld in de bestreden beschikking onder 2.1 – 2.6 en onder 3.3, hieronder verkort weergegeven:
1.1.1.
Ten aanzien van verzoekster tot cassatie (hierna: betrokkene) heeft de rechtbank Noord-Holland bij beschikking van 24 december 2015 een nieuwe voorwaardelijke machtiging verleend voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.