Einde inhoudsopgave
Regeling meldingen en communicatie scheepvaart
Artikel 7 Ontheffing van meldingsformaliteiten aan bevoegde autoriteiten
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2022
- Bronpublicatie:
17-05-2022, Stcrt. 2022, 13193 (uitgifte: 31-05-2022, regelingnummer: IENW/BSK-2022/95942)
- Inwerkingtreding
01-06-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-05-2022, Stcrt. 2022, 13193 (uitgifte: 31-05-2022, regelingnummer: IENW/BSK-2022/95942)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Privacy / Algemeen
Vervoersrecht / Binnenvaart
Vervoersrecht / Zeevervoer
Informatierecht / ICT
Een bevoegde autoriteit kan:
- a.
voor een zeeschip dat in lijndienst vaart tussen twee in Nederland gelegen havens of tussen een in Nederland gelegen haven en een haven gelegen in een andere staat, ontheffing verlenen van een meldingsformaliteit, bedoeld in artikel 3, eerste lid, als wordt voldaan aan de voorschriften, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart. Voor de toepassing van de eerste zin wordt onder haven tevens verstaan ankerplaats of een in de Nederlandse territoriale zee gelegen laad- of losinrichting. Een ontheffing wordt ingetrokken wanneer niet meer wordt voldaan aan de daaraan verbonden voorschriften.
- b.
- c.
voor een zeeschip dat in lijndienst vaart namens de minister ontheffing verlenen van de meldingsformaliteit, bedoeld in artikel 6, indien en voor zolang wordt voldaan aan artikel 9c van het Besluit havenontvangstvoorzieningen. Als een ontheffing namens de Minister wordt verleend, handelt de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 9c, derde lid, van het Besluit havenontvangstvoorzieningen.