V-N 2020/26.13
Geen aparte bezitseis voor SW-bedrijfsopvolgingsregeling na aankoop activa/passiva
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 mei 2020
- Magistraten
De Groot, Van Loon, Wortel, Beukers-van Dooren, Cools
- Zaaknummer
19/01680
19/01695
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS202395:1
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Schenkbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:993, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑05‑2020
ECLI:NL:HR:2020:867, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:827, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑08‑2019
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de SW-bedrijfsopvolgingsregeling ook kan worden toegepast op een deel van het ondernemingsvermogen dat is verkregen in de vijf jaar voorafgaande aan de verkrijging door de heer X1 en toen een zelfstandige onderneming was.
Samenvatting
Een zoon krijgt in december 2014 door een schenking van zijn vader een (certificaat)belang van 20% in het aandelenkapitaal van een holding-bv die op haar beurt alle aandelen bezit in E bv die op haar beurt 55% bezit van de aandelen in H Holding bv. H Holding bv houdt alle aandelen in F bv die een onderneming drijft als ...