Ktr. Nijmegen (vzr.), 11-01-2013, nr. 848468 VV Expl. 12-10169
ECLI:NL:RBONE:2013:BZ7179
- Instantie
Rechtbank Oost-Nederland (Kamer voor kantonzaken Nijmegen, voorzieningenrechter)
- Datum
11-01-2013
- Zaaknummer
848468 VV Expl. 12-10169
- LJN
BZ7179
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBONE:2013:BZ7179, Uitspraak, Rechtbank Oost-Nederland (Kamer voor kantonzaken Nijmegen, voorzieningenrechter), 11‑01‑2013; (Voorlopige voorziening)
- Vindplaatsen
WR 2013/84 met annotatie van J.J. Dijk
Uitspraak 11‑01‑2013
Inhoudsindicatie
Huurzaak. Vordering tot ontruiming van woonruimte wegens overlast ingesteld tegen de huurder. Huurder staat al drie jaar onder beschermingsbewind. Bewindvoerder is niet in het geding betrokken, ondanks dat eiseres op de hoogte was van het bewind. Meerderjarigenbewind. Art. 1:441 BW: de bewindvoerder vertegenwoordigt de rechthebbende in en buiten rechte. Alle goederen zijn onder bewind gesteld. De rechten uit de huurovereenkomst woonruimte, waaronder het recht op huurgenot, vallen onder het bereik van het bewind. Vorderingen tot ontruiming van de woonruimte dienen ingesteld te worden tegen de bewindvoerder. Dat de ontruiming gegrond is op - kort gezegd - het veroorzaken van (geluids-)overlast en niet op wanbetaling, maakt dit niet anders. Doorslaggevend is niet wat de grond is van de ontruiming, maar of de gevorderde ontruiming verband houdt met en gevolgen heeft voor de onder bewind gestelde goederen.
vonnis
RECHTBANK OOST-NEDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Nijmegen
zaakgegevens 848468 \ VV EXPL 12-10169 \ AD\279\mb
uitspraak van
vonnis in kort geding
in de zaak van
de stichting Stichting Portaal
gevestigd te Utrecht
eisende partij
procederend in persoon
tegen
[huurster]
wonende te [woonplaats]
gedaagde partij
procederend in persoon
Partijen worden hierna Portaal en [huurster] genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 22 november 2012 met producties
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 30 november 2012 mede inhoudende de pleitnotities van de gemachtigde van Portaal en de overgelegde producties van de kant van [huurster]
2. De feiten
2.1. Portaal verhuurt aan [huurster] de woning aan de [adres] inclusief de bijbehorende aanhorigheden en met medegebruik van eventuele gemeenschappelijke ruimten/voorzieningen (hierna: de woning).
2.2. Op de huurovereenkomst zijn de Algemene Huurvoorwaarden voor zelfstandige woonruimte (hierna: de algemene voorwaarden) van toepassing verklaard. In artikel 8.5. van deze algemene voorwaarden is bepaald dat de huurder ervoor zal zorgdragen dat aan omwonenden geen overlast wordt veroozaakt door huurder zelf, huisgenoten, huisdieren en/of derden die zich in het gehuurde bevinden.
2.3. In artikel 8.16. van de algemene voorwaarden is bepaald dat huurder geen andere personen bij zich mag doen inwonen dan die rechtstreeks tot zijn gezin behoren.
3. De vordering en het verweer
3.1. Portaal vordert de ontruiming van het gehuurde alsmede een machtiging om de ontruiming zelf te (laten) bewerkstelligen eventueel met hulp van de sterke arm, met veroordeling van [huurster] tot betaling van de proceskosten.
3.2. Portaal legt aan haar vordering ten grondslag dat [huurster] structureel zeer ernstige overlast veroorzaakt aan omwonenden. De overlast wordt veroorzaakt door een man die bij [huurster] inwoont en niet tot haar gezin behoort. De overlast betreft met name geluidsoverlast zoals schreeuwen, blaffen/janken/piepen van een hond, boren, met deuren gooien.Ter onderbouwing van haar vordering heeft Portaal enkele verklaringen van buurtbewoners overgelegd. Portaal stelt zich op het standpunt dat de door de inwonende man veroorzaakte overlast aan [huurster] is toe te rekenen en dat [huurster] daarmee haar zorgverplichting schendt. [huurster] is meerdere malen door Portaal aangesproken op het feit dat zij zonder toestemming de woning aan een derde in gebruik geeft en deze bij haar laat inwonen. [huurster] heeft niet de maatregelen genomen die van haar verwacht mogen worden om aan de overlast en de inwoning een einde te maken.
3.3. [huurster] voert gemotiveerd verweer en concludeert dat de vordering van Portaal moet worden afgewezen. Volgens [huurster] ontbreekt een spoedeisend belang bij de vordering, zijn er geen gronden aangevoerd die toewijzing van de vordering rechtvaardigen en zijn de gevolgen voor [huurster] te ernstig als zij op straat komt te staan.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt, voor zover relevant voor de beoordeling, in het navolgende ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het spoedeisend belang van de vordering vloeit voort uit de stellingen van Portaal.
4.2. Voor toewijzing van een vordering tot ontruiming is slechts plaats indien met een grote mate van waarschijnlijkheid in een bodemprocedure de ontbinding van de huurovereenkomst zal worden uitgesproken. Bovendien moet sprake zijn van een zodanig ernstige tekortkoming dat het belang van de verhuurder om over een vrije woning te beschikken moet prevaleren boven het belang van de huurder om in de woning te blijven.
4.3. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [huurster] aangegeven dat zij inmiddels drie jaar onder bewind staat. Portaal heeft aangegeven dat zij daarvan op de hoogte is. Portaal beroept zich op artikel 1:441 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) op grond waarvan de bewindvoerder alleen gaat over de onder bewind gestelde goederen. Omdat het volgens Portaal in deze procedure niet gaat om onder bewind gestelde goederen heeft zij de bewindvoerder niet op de hoogte gebracht van deze procedure en niet mede gedagvaard.
4.4. De kantonrechter overweegt met betrekking tot de stelling van Portaal dat de huurovereenkomst niet onder het bewind valt het volgende.
Kennelijk omvat het bewind alle (huidige en toekomstige) goederen van [huurster], zodat alle (huidige en toekomstige) zaken en vermogensrechten (art. 3:1 BW) van haar onder bewind zijn gesteld. Tot die vermogensrechten (art. 3:6 BW) behoren de rechten uit de huurovereenkomst, waaronder het recht op huurgenot. Tot de taak van de bewindvoerder behoort onder andere de onder bewind staande goederen te beheren (art. 1:438 lid 1 BW) en de vertegenwoordiging van de rechthebbende in en buiten rechte (art. 1:441 lid 1 BW). Van de vervulling van de taak van de bewindvoerder is sprake wanneer het gaat om handelingen in verband met de onder bewind staande goederen. Nu alle goederen van [huurster] onder bewind zijn gesteld, vallen ook de rechten die [huurster] kan ontlenen aan de huurovereenkomst met Portaal onder het bereik van het bewind. Bovendien heeft een beëindiging van de huurovereenkomst en een daaropvolgende ontruiming (negatieve) gevolgen voor de financiële positie (en daarmee voor de goederen) van [huurster]. Nu een veroordeling tot ontruiming van de woning tot gevolg heeft dat het recht op huurgenot van [huurster] teniet wordt gedaan, dient de vordering tot ontbinding en ontruiming ingesteld te worden tegen de bewindvoerder. Dat de ontruiming gegrond is op - kort gezegd - het veroorzaken van (geluids)overlast door [huurster] en niet op wanbetaling, maakt dit niet anders. Doorslaggevend is niet wat de grond is van de ontruiming, maar of de gevorderde ontruiming verband houdt met en gevolgen heeft voor de onder bewind gestelde goederen van [huurster] (zie ook hof Leeuwarden 13 april 2010, LJN BM1464).
4.5. Nu de bewindvoerder in casu geen formele procespartij is, heeft dit tot gevolg dat Portaal in haar vorderingen jegens [huurster] niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
4.6. Portaal wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen.
5. De beslissing
De kantonrechter
rechtdoende als voorzieningenrechter
5.1. verklaart Portaal niet-ontvankelijk in haar vordering
5.2. veroordeelt Portaal in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [huurster] begroot op € 200,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr A. Dunsbergen en in het openbaar uitgesproken op