NJB 2022/2879
Verzoek tot horen van een getuige ten aanzien van wie de verdediging het ondervragingsrecht nog niet heeft kunnen uitoefenen, terwijl deze getuige al – in het vooronderzoek of anderszins – een belastende verklaring heeft afgelegd: toepassing HR 20 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:576,waaruit volgt dat het belang bij het oproepen en horen van zodanige getuige moet worden voorondersteld. In dat geval mag van de verdediging geen nadere onderbouwing van dit belang worden verlangd. De rechter kan het verzoek om zo’n getuige op te roepen en te horen niettemin afwijzen, onder meer als hij tot het oordeel komt dat het (opnieuw) horen van de getuige voor de bewijsvoering van geen enkel belang zal zijn of geen toegevoegde waarde zal hebben. Dat kan zich bijvoorbeeld voordoen als de al door de getuige afgelegde verklaring betrekking heeft op feiten en omstandigheden die door de verdachte niet worden betwist of als die feiten en omstandigheden door andere resultaten van het strafrechtelijk onderzoek al buiten redelijke twijfel zijn komen vast te staan. In casu is daarvan geen sprake nu het hof de bewezenverklaring heeft aangenomen op grond van uitsluitend verklaringen van de getuige(aangeefster) en de verdachte, terwijl de verklaringen van de getuige onder meer betrekking hebben op feiten en omstandigheden die door de verdachte worden betwist.
HR 29-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1654
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 november 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M.J.Borgers
- Zaaknummer
21/02388
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1654, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:922, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑10‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑12‑2021
- Wetingang
(art. 6 EVRM)
Essentie
Verzoek tot horen van een getuige ten aanzien van wie de verdediging het ondervragingsrecht nog niet heeft kunnen uitoefenen, terwijl deze getuige al – in het vooronderzoek of anderszins – een belastende verklaring heeft afgelegd: toepassing HR 20 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:576,waaruit volgt dat het belang bij het oproepen en horen van zodanige getuige moet worden voorondersteld. In dat geval mag van de verdediging geen nadere onderbouwing van dit belang worden verlangd. De rechter kan het verzoek om zo’n getuige op te roepen en te horen niettemin afwijzen, onder meer als hij tot het oordeel komt dat het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.