Einde inhoudsopgave
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 8:111 [Ontvankelijkheid incidenteel hoger beroep]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2013
- Bronpublicatie:
20-12-2012, Stb. 2012, 682 (uitgifte: 27-12-2012, kamerstukken: 32450)
- Inwerkingtreding
01-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-2013, Stb. 2013, 258 (uitgifte: 28-06-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal procesrecht / Procesorde
1.
Niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep heeft geen gevolgen voor de ontvankelijkheid van het incidenteel hoger beroep, tenzij die niet-ontvankelijkheid het gevolg is van:
- a.
overschrijding van de termijn voor het instellen van hoger beroep,
- b.
overschrijding van de termijn voor betaling van het griffierecht, of
- c.
de omstandigheid dat degene die het hoger beroep heeft ingesteld daartoe niet gerechtigd was.
2.
Intrekking van het hoger beroep na aanvang van de termijn voor het instellen van incidenteel hoger beroep heeft geen gevolgen voor de ontvankelijkheid van het incidenteel hoger beroep.