Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 125p [Bevel aan aanbieder communicatiedienst om gegevens ontoegankelijk te maken]
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2019
- Bronpublicatie:
15-06-2018, Stb. 2018, 322 jo Stb. 2018, 228 (uitgifte: 20-07-2018, kamerstukken: 34887)
27-06-2018, Stb. 2018, 322 jo Stb. 2018, 228 (uitgifte: 21-09-2018, kamerstukken: 34372)
- Inwerkingtreding
01-03-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-02-2019, Stb. 2019, 67 (uitgifte: 21-02-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
1.
In geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid, kan de officier van justitie aan een aanbieder van een communicatiedienst als bedoeld in artikel 138g het bevel richten om terstond alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd om bepaalde gegevens die worden opgeslagen of doorgegeven, ontoegankelijk te maken, voor zover dit noodzakelijk is ter beëindiging van een strafbaar feit of ter voorkoming van nieuwe strafbare feiten.
2.
Het bevel, bedoeld in het eerste lid, is schriftelijk en vermeldt:
- a.
het strafbare feit;
- b.
de feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat ontoegankelijkmaking van de gegevens noodzakelijk is om het strafbare feit te beëindigen of nieuwe strafbare feiten te voorkomen;
- c.
welke gegevens ontoegankelijk moeten worden gemaakt.
3.
Artikel 125o, tweede en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
4.
Het bevel, bedoeld in het eerste lid, kan slechts worden gegeven na voorafgaande schriftelijke machtiging, op vordering van de officier van justitie te verlenen door de rechter-commissaris. De rechter-commissaris stelt de aanbieder tot wie het bevel is gericht in de gelegenheid te worden gehoord. De aanbieder is bevoegd zich bij het horen door een raadsman te doen bijstaan.