NJ 1941/940
Overeenkomst tot verzorging en verpleging tegen belooning, bestaande in huis en inboedel, welke belooning zou geschieden bij legaat. [De, erflater trekt het testament, waarbij oorspr. bedoeld legaat was vermaakt, in. De verzorger vordert huls en inboedel, subs. eene belooning uit den boedel]. Klacht in cassatie over het niet aanvullen van rechtsgronden door den appèlrechter. Berusting?
HR 18-04-1941, ECLI:NL:HR:1941:49, m.nt. Prof. E.M. Meijers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 april 1941
- Magistraten
Mrs. van Gelein Vitringa de Menthon Bake Fick Nypels en Meckmann.
- Zaaknummer
[18041941/NJ_1941-940]
- Conclusie
Mr. Berger
- Noot
Prof. E.M. Meijers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS131798:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1941:49, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑04‑1941
- Wetingang
Essentie
Overeenkomst tot verzorging en verpleging tegen belooning, bestaande in huis en inboedel, welke belooning zou geschieden bij legaat. [De, erflater trekt het testament, waarbij oorspr. bedoeld legaat was vermaakt, in. De verzorger vordert huls en inboedel, subs. eene belooning uit den boedel]. Klacht in cassatie over het niet aanvullen van rechtsgronden door den appèlrechter. Berusting?
Samenvatting
Art. 48 Rv. gebiedt ook den rechter in hooger beroep de rechtsgronden aan te vullen, welke niet door de partijen mochten zijn aangevoerd en eene partij is bevoegd in cassatie over niet-nakoming van dit voorschrift door den rechter te klagen, onverschillig, of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.