Einde inhoudsopgave
Regeling dienstreizen defensie
Artikel 12 Verblijfkostenvergoedingen
Geldend
Geldend vanaf 04-03-2021. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-08-2019
- Bronpublicatie:
17-02-2021, Stcrt. 2021, 9568 (uitgifte: 03-03-2021, regelingnummer: BS2021000345)
- Inwerkingtreding
04-03-2021, terugwerkend tot: 01-08-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-02-2021, Stcrt. 2021, 9568 (uitgifte: 03-03-2021, regelingnummer: BS2021000345)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Vergoeding
1.
De vergoeding van de verblijfkosten, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van het BDD, bestaat uit:
- a.
de vergoeding van maaltijden (de maaltijdcomponenten), te weten:
- 1.
de lunchcomponent,
- 2.
de dinercomponent,
- 3.
de ontbijtcomponent;
- b.
de vergoeding van logies (de logiescomponent); en
- c.
de vergoeding van kleine uitgaven.
2.
De vergoeding van kleine uitgaven bestaat uit:
- a.
indien het betreft een binnenlandse dienstreis:
- 1°
de kleine component, en
- 2°
de grote component;
- b.
indien het betreft een buitenlandse dienstreis: de uur component.
3.
Ten aanzien van de maaltijdcomponenten geldt dat slechts aanspraak bestaat op:
- a.
de lunchcomponent, indien mede voldaan is aan de voorwaarde dat de tijd tussen 12.00 uur en 14.00 uur geheel in de dienstreis valt;
- b.
de dinercomponent, indien mede voldaan is aan de voorwaarde dat de tijd tussen 17.30 uur en 20.30 uur geheel in de dienstreis valt; en
- c.
de ontbijtcomponent, indien het ontbijt aansluit op een binnen de dienstreis vallend logies; en
- d.
de omgekeerde lunchcomponent, indien mede is voldaan aan de voorwaarden dat de tijd tussen 00.00 uur en 03.00 uur geheel in de dienstreis valt en gedurende die tijd geen logies wordt genoten.
4.
De bedragen van de maaltijdcomponenten worden, indien de dienstreiziger de kosten in een horecabedrijf heeft gemaakt, gevonden door toepassing van bijlage C, kolom Horeca. De bedragen van de kleine en grote component en de uur component worden gevonden door toepassing van bijlage C, de desbetreffende kolom.
5.
Indien de dienstreiziger bij een dienstreis kosten heeft gemaakt voor een maaltijd van overheidswege, bestaat geen aanspraak op enige maaltijdcomponent. De commandant bepaalt op welke plaatsen sprake is van maaltijden of logies van overheidswege.
6.
Indien de dienstreiziger kosten heeft gemaakt voor logies worden de daadwerkelijk gemaakte kosten vergoed tot ten hoogste het bedrag van de logiescomponent, gevonden door toepassing van bijlage C, kolom ‘logies’
7.
Indien bij een buitenlandse dienstreis een bewijsstuk van de kosten voor logies en ontbijt wordt overgelegd waaruit niet blijkt welk deel van de kosten voor logies en welk deel van de kosten voor ontbijt zijn gemaakt, worden de op het bewijsstuk vermelde kosten vergoed tot ten hoogste het bedrag van de som van de ontbijt- en logiescomponent.
8.
Onverminderd het eerste tot en met achtste lid, geldt voor de vergoeding van kleine uitgaven dat aanspraak bestaat op:
- a.
de kleine component voor ieder vol etmaal dat de binnenlandse dienstreis duurt, alsmede voor een resterend gedeelte van een etmaal dan wel voor een dienstreis van kortere duur dan een etmaal, indien mede voldaan is aan de voorwaarde dat tenminste vier uren in het resterende gedeelte of in de dienstreis vallen;
- b.
tweemaal de kleine component voor iedere avond tijdens een binnenlandse dienstreis, indien op de plaats van bestemming van de dienstreis doelmatig gebruik kan worden gemaakt van maaltijden vanwege het ministerie en aansluitend op die avond op die bestemming logies wordt genoten;
- c.
de grote component, indien aansluitend op de avond tijdens de binnenlandse dienstreis logies bij een horecabedrijf wordt genoten;
- d.
de uur component voor ieder uur of gedeelte van een uur dat de dienstreis buiten het land van plaatsing, dan wel binnen het land van plaatsing buiten Nederland duurt.
9.
Indien bij reizen door verschillende gebieden buiten Nederland tijdens één of meer reisgedeelten geen uitgaven voor maaltijden of logies hoeven te worden gedaan, worden deze reisgedeelten gevoegd bij een volgend of voorafgaand reisgedeelte buiten Nederland in welk geval aanspraak bestaat op de in dat geval van toepassing zijnde uur component.