Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 2790/1999 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen
Artikel 5 [Niet-vrijgestelde bepalingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2000
- Bronpublicatie:
22-12-1999, PbEG 1999, L 336 (uitgifte: 29-12-1999, regelingnummer: 2790/1999)
- Inwerkingtreding
01-01-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-1999, PbEG 1999, L 336 (uitgifte: 29-12-1999, regelingnummer: 2790/1999)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Mededingingsafspraken
De in artikel 2 voorziene vrijstelling is niet van toepassing op elk van de volgende in verticale overeenkomsten vervatte verplichtingen:
- a)
elk direct of indirect niet-concurrentiebeding, wanneer het van onbepaalde duur is of de duur ervan vijf jaar overschrijdt; wanneer een niet-concurrentiebeding langer dan vijf jaar stilzwijgend verlengbaar is, wordt de verplichting verondersteld te zijn overeengekomen voor onbepaalde duur, echter, de beperking van de duur tot vijf jaar is niet van toepassing wanneer de contractgoederen of -diensten door de afnemer worden verkocht in lokaliteiten en op terreinen die eigendom van de leverancier zijn of door de leverancier worden gehuurd van een derde, niet met de afnemer verbonden partij, en mits de looptijd van het niet-concurrentiebeding niet langer is dan de periode gedurende welke de afnemer de lokaliteiten en terreinen in gebruik heeft;
- b)
elke directe of indirecte verplichting van de afnemer, na het einde van de overeenkomst, geen goederen of diensten te produceren, te kopen, te verkopen of weder te verkopen, tenzij een dergelijke verplichting
- —
betrekking heeft op goederen of diensten die met de contractgoederen of -diensten concurreren, en
- —
beperkt is tot de lokaliteiten en terreinen waar de afnemer gedurende de contractperiode werkzaam was, en
- —
onmisbaar is om door de leverancier aan de afnemer overgedragen knowhow te beschermen,
en een dergelijk niet-concurrentiebeding niet langer geldt dan één jaar na het einde van de overeenkomst; deze verplichting laat de mogelijkheid onverlet een niet in de tijd beperkt verbod te stellen op het gebruik en de openbaarmaking van knowhow die niet tot het publiek domein behoort;
- c)
elke directe of indirecte verplichting die veroorzaakt dat de leden van een selectief distributiestelsel de merken van bepaalde concurrerende leveranciers niet verkopen.