Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 318 Berekening van nettoverlies en brutoverlies
Geldend
Geldend vanaf 09-07-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2025.
- Bronpublicatie:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1623 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1623)
- Inwerkingtreding
09-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1623 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1623)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Voor de toepassing van artikel 316, lid 1, berekenen de instellingen voor elke operationeel-risicogebeurtenis een nettoverlies als volgt:
nettoverlies = brutoverlies — terugontvangst
waarbij:
brutoverlies | = een verlies in verband met een operationeel-risicogebeurtenis vóór terugontvangsten van enigerlei soort; |
terugontvangst | = één of meer onafhankelijke gebeurtenissen, die met de oorspronkelijke operationele-risicogebeurtenis verband houden, van elkaar gescheiden in tijd, waarbij middelen of instromen van economische voordelen van een derde partij worden ontvangen. |
De instellingen houden permanent een geactualiseerde berekening van het nettoverlies voor elke specifieke operationeel-risicogebeurtenis bij. Daartoe actualiseren de instellingen de berekening van het nettoverlies op basis van de waargenomen of geraamde variaties van het brutoverlies en de terugontvangen bedragen in elk van de tien voorgaande boekjaren. Indien gedurende meerdere boekjaren binnen die periode van tien jaar verliezen met betrekking tot dezelfde operationeel-risicogebeurtenis worden waargenomen, berekent de instelling de volgende elementen en houdt zij die actueel:
- a)
het nettoverlies, het brutoverlies en de terugontvangen bedragen voor elk van de boekjaren uit de periode van tien jaar waarin het nettoverlies, het brutoverlies en de terugontvangen bedragen werden geboekt;
- b)
het geaggregeerde nettoverlies, het geaggregeerde brutoverlies en de geaggregeerde terugontvangen bedragen voor alle betrokken boekjaren uit de periode van tien jaar.
2.
Voor de toepassing van lid 1 worden de volgende posten opgenomen in de berekening van het brutoverlies:
- a)
directe lasten, zoals bijzondere waardeverminderingen, schikkingen, schadevergoedingen, geldboeten en moratoire rente en honoraria van advocaten, voor de winst- en-verliesrekening van de instelling en afschrijvingen als gevolg van de operationeel-risicogebeurtenis, met inbegrip van:
- i)
indien de operationeel-risicogebeurtenis verband houdt met marktrisico: de kosten voor de afwikkeling van marktposities in het geboekte verliesbedrag van de operationeel-risicoposten;
- ii)
indien betalingen verband houden met falen of ontoereikende processen van de instelling: geldboeten, rentelasten, vertragingsvergoedingen, honoraria van advocaten en, evenwel met uitsluiting van het oorspronkelijk verschuldigde belastingbedrag, belastingen, tenzij dat bedrag reeds in punt e) is opgenomen;
- b)
kosten gemaakt als gevolg van de operationeel-risicogebeurtenis, met inbegrip van externe uitgaven met een direct verband met de operationeel-risicogebeurtenis en reparatie- of vervangingskosten, gemaakt om de positie te herstellen zoals die bestond voordat de operationeel-risicogebeurtenis is ingetreden;
- c)
voorzieningen of reserves die in de winst-en-verliesrekening zijn opgenomen voor mogelijke operationeel-risicoverliezen, met inbegrip van die als gevolg van wangedragsgebeurtenissen;
- d)
verliezen als gevolg van operationeel-risicogebeurtenissen met een definitief financieel effect die tijdelijk worden geboekt op transit- of tussenrekeningen en die niet tot uiting komen in de winst-en-verliesrekening (‘te verwachten verliezen’);
- e)
negatieve economische effecten die in een boekjaar worden geboekt en die het gevolg zijn van operationeel-risicogebeurtenissen die van invloed zijn op de kasstromen of financiële overzichten van voorgaande financiële jaren (‘timingverliezen’).
Voor de toepassing van de eerste alinea, punt d), worden te verwachten materiële verliezen opgenomen in de dataset met verliesgegevens binnen een termijn die in verhouding staat tot de omvang en de looptijd van te verwachten post.
Voor de toepassing van de eerste alinea, punt e), neemt de instelling in de dataset met verliesgegevens materiële timingverliezen op indien die verliezen het gevolg zijn van operationeel-risicogebeurtenissen die meer dan één boekjaar bestrijken. De instellingen nemen in het geboekte verliesbedrag van de operationeel-risicopost van een boekjaar verliezen op die het gevolg zijn van de correctie van boekingsfouten die zich in een voorgaand boekjaar hebben voorgedaan, ook al zijn die verliezen niet direct van invloed op derden. Indien er materiële timingverliezen zijn en de operationeel-risicogebeurtenissen direct van invloed zijn op derden, met inbegrip van cliënten, leveranciers en werknemers van de instelling, neemt de instelling ook de officiële aanpassing van voordien gepubliceerde financiële verslagen op.
3.
Voor de toepassing van lid 1 worden de volgende posten opgenomen in de berekening van het brutoverlies:
- a)
kosten voor de algemene instandhouding van contracten voor materiële vaste activa;
- b)
interne of externe uitgaven ter versterking van het bedrijf na de uit operationeel risico voortvloeiende verliezen, inclusief upgrades, verbeteringen, initiatieven voor en de versterking van risicobeoordelingen;
- c)
verzekeringspremies.
4.
Voor de toepassing van lid 1 worden terugontvangen bedragen alleen voor het verminderen van brutoverliezen gebruikt indien de instelling betaling heeft ontvangen. Vorderingen gelden niet als terugontvangen bedragen.
Op verzoek van de bevoegde autoriteit verschaft de instelling alle documentatie die nodig is om de ontvangen en bij de berekening van het nettoverlies van een operationeel-risicogebeurtenis meegenomen betalingen te verifiëren.