Einde inhoudsopgave
Wijzigingswet van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne, enz. (vergunningen en algemene regels voor inrichtingen; procedures voor vergunningen en ontheffingen; handhaving)
Artikel XXIII
Geldend
Geldend vanaf 01-03-1993
- Bronpublicatie:
02-07-1992, Stb. 1992, 414 (uitgifte: 18-08-1992, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 21087 Overheid.nl: 21087)
- Inwerkingtreding
01-03-1993
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-01-1993, Stb. 1993, 59 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Inrichtingen en activiteiten - algemene regels
1.
De tekst van de Wet milieubeheer wordt ingedeeld in de volgende hoofdstukken:
Hoofdstuk | 1. | Algemeen |
Hoofdstuk | 2. | Adviesorganen |
Hoofdstuk | 3. | Internationale zaken |
Hoofdstuk | 4. | Plannen |
Hoofdstuk | 5. | Milieukwaliteitseisen |
Hoofdstuk | 6. | Milieuzonering |
Hoofdstuk | 7. | Milieu-effectrapportage |
Hoofdstuk | 8. | Inrichtingen |
Hoofdstuk | 9. | Stoffen en produkten |
Hoofdstuk | 10. | Afvalstoffen |
Hoofdstuk | 11. | Andere handelingen |
Hoofdstuk | 12. | Meet- en registratieverplichtingen |
Hoofdstuk | 13. | Procedures voor vergunningen en ontheffingen |
Hoofdstuk | 14. | Coördinatie |
Hoofdstuk | 15. | Financiële bepalingen |
Hoofdstuk | 16. | Financiële zekerheid |
Hoofdstuk | 17. | Maatregelen in bijzondere omstandigheden |
Hoofdstuk | 18. | Handhaving |
Hoofdstuk | 19. | Bepalingen in verband met de openbaarheid |
Hoofdstuk | 20. | Beroep |
Hoofdstuk | 21. | Verdere bepalingen |
Hoofdstuk | 22. | Slotbepalingen. |
2.
De al vastgestelde hoofdstukken van de Wet milieubeheer worden door Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in de volgorde geplaatst, die in het eerste lid is aangegeven. De onderdelen van die hoofdstukken, alsmede de artikelen van de wet worden door hem per hoofdstuk doorlopend genummerd; de verwijzingen worden aan die nummering aangepast, waarbij zo nodig de werkwoordsvormen worden aangepast en de verwijzingen weer in oplopende volgorde worden geplaatst. Daarbij wordt het voor de opsomming van een reeks van bepalingen gebruikte teken ‘–’ telkens vervangen door: tot en met. Voorts wordt ‘Nederlandse Staatscourant’ telkens vervangen door: Staatscourant.
3.
De tekst van de Wet milieubeheer, zoals zij na de toepassing van het eerste en het tweede lid luidt, wordt door Onze Minister van Justitie in het Staatsblad geplaatst.
4.
De tekst van de Mijnwet 1903, de Destructiewet, de Kernenergiewet, de Afvalstoffenwet, de Wet geluidhinder, de Grondwaterwet, de Wet inzake de luchtverontreiniging, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Wet verontreiniging zeewater, de Wet chemische afvalstoffen, de Interimwet bodemsanering, de Wet milieugevaarlijke stoffen en de Wet bodembescherming wordt door Onze Minister van Justitie in het Staatsblad geplaatst, nadat de verwijzingen in die wetten naar hoofdstukken, onderdelen daarvan en artikelen van de Wet milieubeheer, waarbij zo nodig de werkwoordsvormen worden aangepast en de verwijzingen weer in oplopende volgorde worden geplaatst, door Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zijn aangepast aan de vernummering van die hoofdstukken, onderdelen en artikelen ingevolge het eerste en tweede lid.
5.
Het vierde lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de krachtens artikel XV gewijzigde onderdelen van de Wet op de economische delicten, voor zover daarin wordt verwezen naar bepalingen van de Wet milieubeheer, en van de krachtens artikel XXI gewijzigde leden van de in dat artikel genoemde artikelen van de Woningwet.