Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering BES
Artikel 79
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
27-09-2010, Stb. 2010, 529 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Algemeen
1.
De rechter-commissaris kan op de vordering van de officier van justitie of op het verzoek van de verdachte of diens raadsman een deskundige, verbonden aan een van de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen laboratoria, benoemen met de opdracht een onderzoek te verrichten dat gebaseerd is op een vergelijking tussen kenmerken van celmateriaal. De deskundige brengt aan de rechter-commissaris een met redenen omkleed verslag uit.
2.
De rechter-commissaris geeft de verdachte, indien deze bekend is, steeds en zo spoedig mogelijk schriftelijk kennis van de aan de deskundige verleende opdracht, van de tijd waarop en van het laboratorium alwaar het onderzoek plaatsvindt of heeft plaatsgevonden en van de uitslag daarvan. Hij wijst de verdachte op artikel 79b.
3.
De rechter-commissaris doet het celmateriaal vernietigen overeenkomstig de daartoe bij algemene maatregel van bestuur gestelde regels. Van de vernietiging wordt onverwijld proces-verbaal opgemaakt.
4.
Kenmerken van celmateriaal kunnen worden opgenomen in een register. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de inrichting en raadpleging van het register, alsmede omtrent de gevallen waarin de opname van gegevens in dit register is toegestaan en de wijze waarop daartegen bij het Hof beroep kan worden ingesteld.
5.
Het register, bedoeld in het vierde lid, kan, volgens bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels, worden geraadpleegd ten behoeve van opsporingsonderzoek waarop het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, geen betrekking heeft.