Verdrag inzake het continentale plateau
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 10-06-1964
- Redactionele toelichting
Dit artikel is gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 1966, 126).
- Bronpublicatie:
29-04-1958, Trb. 1959, 126 (uitgifte: 06-10-1959, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-06-1964
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-04-1966, Trb. 1966, 126 (uitgifte: 01-01-1966, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
Omgevingsrecht / Milieu
1.
Indien hetzelfde continentale plateau grenst aan de grondgebieden van twee of meer staten wier kusten tegenover elkaar zijn gelegen, wordt de grens van het aan elk dezer staten toekomende deel van het continentale plateau vastgesteld bij overeenkomst tussen deze staten. Indien er geen overeenkomst bestaat en tenzij een andere grenslijn gerechtvaardigd wordt door bijzondere omstandigheden, is de grens de middellijn waarvan elk punt even ver is verwijderd van de dichtstbijgelegen punten van de basislijnen vanwaar af de breedte van de territoriale zee van elk der staten wordt gemeten.
2.
Indien hetzelfde continentale plateau aan de grondgebieden van twee aangrenzende staten grenst, wordt de grens van het continentale plateau bij overeenkomst tussen die staten vastgesteld. Indien er geen overeenkomst bestaat of indien geen bijzondere omstandigheden een andere grenslijn rechtvaardigen, wordt de grenslijn bepaald door toepassing van het beginsel van de gelijke afstand van de dichtstbijgelegen punten van de basislijnen vanwaar af de breedte van de territoriale zee van elk der staten wordt gemeten.
3.
Bij het vaststellen van de grens van het continentale plateau dienen de lijnen, getrokken overeenkomstig de in lid 1 en lid 2 van dit artikel neergelegde beginselen, te worden omschreven met verwijzing naar zeekaarten en geografische kenmerken zoals die op een bepaald ogenblik bestaan, terwijl melding dient te worden gemaakt van vaste herkenbare punten op het land.