Einde inhoudsopgave
Wet zeevarenden
Artikel 58
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2002
- Bronpublicatie:
11-12-1997, Stb. 1997, 757 (uitgifte: 29-12-1997, kamerstukken: 25233)
- Inwerkingtreding
01-02-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-01-2002, Stb. 2002, 43 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Het is verboden het houden van uitkijk, dan wel het optreden als chef van de wacht op de brug of als chef van de wacht in de machinekamer of machinekamers, op te dragen aan of te laten verrichten door bemanningsleden die tot het verrichten van die werkzaamheden niet bevoegd zijn.
2.
Het is verboden aan boord werkzaamheden waarvoor ingevolge artikel 18 een vaarbevoegdheidsbewijs is vereist, te verrichten, indien men hiertoe niet door middel van een geldig vaarbevoegdheidsbewijs bevoegd is verklaard.
3.
Het is verboden aan boord werkzaamheden waarvoor ingevolge artikel 21 een certificaat of een ander document is vereist, te verrichten, indien men hiertoe niet door middel van een geldig certificaat of document bevoegd is verklaard.