Einde inhoudsopgave
Mijnbouwwet
Artikel 82 [Taken aangewezen vennootschap]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
13-10-2022, Stb. 2022, 438 (uitgifte: 07-11-2022, kamerstukken: 35531)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-04-2023, Stb. 2023, 140 (uitgifte: 25-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Energierecht (V)
1.
In het belang van een doelmatige opsporing en winning, een planmatig beheer en een optimale afzet van koolwaterstoffen, wijst Onze Minister een naamloze of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, waarvan alle aandelen middellijk of onmiddellijk aan de staat behoren, aan, die tot taak heeft:
- a.
het deelnemen in opsporingswerkzaamheden op grond van opsporingsovereenkomsten, overeenkomstig paragraaf 5.2.2. van deze afdeling;
- b.
het deelnemen in mijnbouwwerkzaamheden op grond van mijnbouwovereenkomsten, overeenkomstig paragraaf 5.2.3. van deze afdeling, met inbegrip van daarmee rechtstreeks verbonden werkzaamheden, waaronder in ieder geval worden begrepen behandeling, transport en verkoop van de gewonnen koolwaterstoffen;
- c.
- d.
- e.
het verstrekken van inlichtingen aan Onze Minister, indien informatie over financiële zekerheden, informatie over zeggenschap dan wel andere informatie daartoe aanleiding geeft;
- f.
het uitvoeren van de taken, het uitoefenen van de rechten en het voldoen aan de verplichtingen die voor de vennootschap voortvloeien uit de overeenkomst van samenwerking, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van het koninklijk besluit van 30 mei 1963, nummer 39 (Stcrt. 126) en de daarmee verband houdende regelingen en overeenkomsten;
- g.
Onze Minister desgevraagd de inlichtingen te verstrekken die nodig zijn voor de beoordeling van de uitvoerbaarheid van voorgenomen energiebeleid, in het bijzonder ten aanzien van opsporing, winning, beëindiging van opsporing en winning, alsmede het beheer en afzet van koolwaterstoffen.
2.
In het belang van kennisdeling en -borging wijst Onze Minister een naamloze of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, waarvan alle aandelen middellijk of onmiddellijk aan de staat behoren, aan, die tot taak heeft het deelnemen in werkzaamheden voor opsporing en winning van aardwarmte op grond van overeenkomsten, overeenkomstig artikel 86a.
3.
Onverminderd het eerste lid, kunnen de vennootschap bij besluit van Onze Minister andere taken dan de taken, bedoeld in het eerste lid, worden opgedragen in het algemeen belang van het klimaat- en energiebeleid. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden de algemene belangen omschreven ten behoeve waarvan en de gevallen waarin Onze Minister de vennootschap een opdracht als bedoeld in de eerste volzin kan geven. Onze Minister kan aan een besluit tot het geven van een opdracht voorschriften en beperkingen verbinden.
4.
De vennootschap verricht middellijk of onmiddellijk geen andere activiteiten dan activiteiten ter uitvoering van de taken, bedoeld in het eerste en derde lid, tenzij Onze Minister daarmee heeft ingestemd. Onze Minister kan voorschriften en beperkingen verbinden aan zijn instemming. De instemming wordt slechts verleend indien die activiteiten en de uitvoering daarvan:
- a.
nauw verwant zijn aan de activiteiten ter uitvoering van de taken, bedoeld in het eerste en derde lid,
- b.
een goede uitvoering van die taken niet belemmeren of anderszins bemoeilijken, en
- c.
mede het algemeen belang van het klimaat- en energiebeleid dienen.
5.
Onze Minister kan een besluit tot het geven van een opdracht als bedoeld in het derde lid onderscheidenlijk een besluit tot instemming als bedoeld in het vierde lid intrekken of wijzigen indien niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden voor het geven van die opdracht onderscheidenlijk het verlenen van die instemming als bedoeld in het derde onderscheidenlijk het vierde lid.