Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2001/34/EG betreffende de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs en de informatie die over deze effecten moet worden gepubliceerd
Aanhef
Geldend
Geldend van 26-07-2001 tot 05-12-2026
- Bronpublicatie:
28-05-2001, PbEG 2001, L 184 (uitgifte: 06-07-2001, regelingnummer: 2001/34/EG)
- Inwerkingtreding
26-07-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-05-2001, PbEG 2001, L 184 (uitgifte: 06-07-2001, regelingnummer: 2001/34/EG)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 28 mei 2001 betreffende de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs en de informatie die over deze effecten moet worden gepubliceerd
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 44 en artikel 95,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (1),
Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Richtlijn 79/279/EEG van de Raad van 5 maart 1979 tot coördinatie van de voorwaarden voor de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs (3), Richtlijn 80/390/EEG van de Raad van 17 maart 1980 tot coördinatie van de eisen gesteld aan de opstelling van, het toezicht op en de verspreiding van het prospectus dat gepubliceerd moet worden voor de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs (4), Richtlijn 82/121/EEG van de Raad van 15 februari 1982 betreffende de periodieke informatieverstrekking door vennootschappen waarvan de aandelen tot de officiële notering aan een effectenbeurs zijn toegelaten (5) en Richtlijn 88/627/EEG van de Raad van 12 december 1988 betreffende de gegevens die moeten worden gepubliceerd bij verwerving en bij overdracht van een belangrijke deelneming in een ter beurze genoteerde vennootschap (6) zijn herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd. Derhalve is het, om redenen van zowel rationele ordening als de duidelijkheid van de tekst, dienstig tot codificatie van genoemde richtlijnen over te gaan, door samenbrenging ervan in één tekst.
- (2)
De coördinatie van de voorwaarden voor de toelating van effecten tot de officiële notering aan in de lidstaten gelegen of werkzame effectenbeurzen kan de bescherming van de beleggers op communautair niveau gelijkwaardig maken door de meer eenvormige waarborgen die zij hun in de onderscheiden lidstaten zal bieden. Zij zal de toelating van effecten van herkomst uit andere lidstaten tot de officiële notering in elk van de lidstaten alsmede de notering van een zelfde effect aan verschillende beurzen van de Gemeenschap vergemakkelijken. Zij zal dientengevolge een verdergaande onderlinge vervlechting van de nationale effectenmarkten mogelijk maken door het opheffen van de belemmeringen voorzover dat uit een oogpunt van voorzichtigheid mogelijk is en past derhalve in het kader van de totstandbrenging van een Europese kapitaalmarkt.
- (3)
Deze coördinatie moet van toepassing zijn ongeacht de juridische aard van de uitgevende instellingen en moet derhalve ook gelden voor effecten welke worden uitgegeven door derde staten of hun territoriale publiekrechtelijke lichamen dan wel door internationale publiekrechtelijke instellingen. Deze richtlijn heeft derhalve betrekking op lichamen of instellingen welke niet zijn bedoeld in artikel 48, tweede alinea, van het Verdrag.
- (4)
Beroep in rechte moet mogelijk zijn tegen de beslissingen van de nationale autoriteiten die voor de toepassing van deze richtlijn bevoegd zijn voor wat de toelating van effecten tot de officiële notering betreft zonder dat de discretionaire bevoegdheid van deze autoriteiten daardoor mag worden belemmerd.
- (5)
De coördinatie van de toelatingsvoorwaarden voor effecten tot de officiële notering dient in een eerste stadium voldoende soepel te zijn om rekening te kunnen houden met de thans bestaande structurele verschillen tussen de effectenmarkten der lidstaten en om de lidstaten in staat te stellen rekening te houden met de bijzondere situaties waarvoor zij zich gesteld kunnen zien.
- (6)
Derhalve dient de coördinatie voorshands te worden beperkt tot de vaststelling van minimumvoorwaarden voor de toelating van effecten tot de officiële notering aan in de lidstaten gelegen of werkzame effectenbeurzen, zonder daarbij evenwel aan de uitgevende instellingen een recht op notering te verlenen.
- (7)
Deze gedeeltelijke coördinatie van de voorwaarden voor de toelating tot de officiële notering vormt een eerste stap naar een latere verdergaande harmonisatie van de voorschriften der lidstaten op dit gebied.
- (8)
De uitbreiding van de economische ruimte waarin de ondernemingen hun activiteiten kunnen uitoefenen tot het gehele grondgebied van de Gemeenschap brengt een parallelle uitbreiding mee, van hun financieringsbehoeften en van de kapitaalmarkten waarop zij een beroep moeten doen om in deze behoeften te voorzien. De toelating tot de officiële notering aan de beurzen van de lidstaten van door ondernemingen uitgegeven effecten is een belangrijk middel voor toegang tot deze kapitaalmarkten. Voorts werden, in het kader van de vrijmaking van het kapitaalverkeer, de valutabeperkingen op de aankoop van effecten die verhandeld worden op een beurs in een andere lidstaat opgeheven.
- (9)
Ter bescherming van de belangen van huidige en potentiële beleggers worden in de meeste lidstaten van ondernemingen die spaargelden uit het publiek willen aantrekken, waarborgen verlangd, soms reeds op het ogenblik van de emissie van effecten en in ieder geval bij hun toelating tot de officiële beursnotering. Deze waarborgen berusten op de eis van een passende en zo objectief mogelijke informatie betreffende in het bijzonder de financiële positie van de uitgevende instelling en de kenmerken van de effecten waarvoor toelating tot de officiële notering wordt aangevraagd. De vorm waarin deze informatie moet worden verstrekt is gewoonlijk de publicatie van een prospectus.
- (10)
De vereiste waarborgen van lidstaat tot lidstaat verschillen evenwel, zowel ten aanzien van inhoud en vorm van het prospectus als ten aanzien van de doelmatigheid, de nadere bijzonderheden en het ogenblik van de controle op de verstrekte informatie. Deze verschillen hebben tot gevolg dat niet alleen de toelating tot de officiële notering aan beurzen van verscheidene lidstaten voor de ondernemingen bemoeilijkt wordt, maar dat ook de aankopen door beleggers in een lidstaat van aan beurzen in andere lidstaten genoteerde effecten worden belemmerd en dat daardoor de financiering van de ondernemingen en de beleggingen in de gehele Gemeenschap worden bemoeilijkt.
- (11)
Deze verschillen dienen opgeheven te worden door een coördinatie van de desbetreffende voorschriften, zonder dat deze noodzakelijkerwijze geheel gelijk gemaakt behoeven te worden, zulks opdat de waarborgen die in de lidstaten worden vereist voor een passende en zo objectief mogelijke voorlichting van de huidige en potentiële bezitters van effecten, in voldoende mate gelijkwaardig worden gemaakt.
- (12)
Deze coördinatie moet van toepassing zijn op effecten ongeacht de juridische aard van de uitgevende onderneming. Derhalve is de onderhavige richtlijn van toepassing op lichamen of instellingen welke niet zijn bedoeld in artikel 48, tweede alinea, van het Verdrag.
- (13)
Wederzijdse erkenning van het prospectus dat moet worden gepubliceerd voor de toelating van effecten tot de officiële notering betekent een belangrijke stap op de weg naar de totstandbrenging van de interne markt van de Gemeenschap.
- (14)
In dit verband dient nader te worden bepaald welke autoriteiten bevoegd zijn voor het toezicht op en de goedkeuring van het prospectus dat moet worden gepubliceerd voor de toelating van effecten tot de officiële notering in geval van gelijktijdige aanvraag om toelating tot de officiële notering in verschillende lidstaten.
- (15)
In artikel 21 van Richtlijn 89/298/EEG van de Raad van 17 april 1989 tot coördinatie van de eisen gesteld aan de opstelling van, het toezicht op en de verspreiding van het prospectus dat moet worden gepubliceerd bij een openbare aanbieding van effecten (7) is bepaald dat wanneer openbare aanbiedingen gelijktijdig of kort na elkaar in twee of meer lidstaten worden gedaan, het aanbiedingsprospectus dat in overeenstemming met de artikelen 7, 8 of 12 van die richtlijn is opgesteld en goedgekeurd, in de andere betrokken lidstaten op basis van wederzijdse erkenning als aanbiedingsprospectus moet worden erkend.
- (16)
Het is tevens wenselijk dat een aanbiedingsprospectus als toelatingsprospectus wordt erkend wanneer kort na de openbare aanbieding een aanvraag voor toelating tot de officiële notering aan een effectenbeurs wordt ingediend.
- (17)
De wederzijdse erkenning van het prospectus voor aanbieding en toelating tot de officiële notering geeft op zich geen recht op toelating tot de officiële notering.
- (18)
Het is wenselijk te voorzien in de uitbreiding via door de Gemeenschap met derde landen te sluiten overeenkomsten, van de erkenning, op basis van wederkerigheid, van uit die landen afkomstige toelatingsprospectussen tot de officiële notering.
- (19)
Het lijkt opportuun om de lidstaat waar toelating tot de officiële notering wordt aangevraagd, de mogelijkheid te bieden in bepaalde gevallen aan instellingen die reeds tot de officiële notering aan een effectenbeurs in een andere lidstaat toegelaten effecten uitgeven, gedeeltelijk of volledig ontheffing te verlenen van de verplichting een toelatingsprospectus tot de officiële notering te publiceren.
- (20)
Reeds enige tijd in de Gemeenschap genoteerde vennootschappen van hoge kwaliteit en met een internationale reputatie zijn de meest waarschijnlijke gegadigden voor grensoverschrijdende notering. Deze vennootschappen zijn over het algemeen welbekend in de meeste lidstaten. De informatie betreffende deze vennootschappen wordt in ruime mate verspreid en is beschikbaar.
- (21)
Met deze ricthtlijn[lees: richtlijn] wordt beoogd te waarborgen dat voor beleggers voldoende informatie beschikbaar wordt gesteld. Indien een dergelijke vennootschap verzoekt om toelating van haar effecten tot de notering in een lidstaat van ontvangst, zijn de beleggers op de markt van dat land derhalve wellicht voldoende beschermd wanneer zij beknopte informatie in plaats van het volledige prospectus ontvangen.
- (22)
Lidstaten kunnen het nuttig vinden niet-discriminerende kwantitatieve minimumcriteria te bepalen, zoals de lopende beurswaarde, waaraan de uitgevende instellingen dienen te voldoen teneinde in aanmerking te komen voor de ontheffingsmogelijkheden die bij deze richtlijn worden geboden. Gezien de toenemende integratie van de effectenmarkten moet het de bevoegde autoriteiten eveneens vrij staan kleinere vennootschappen dezelfde behandeling te gunnen.
- (23)
Vele effectenbeurzen hebben bovendien parallelmarkten om aandelen van niet tot de officiële markt toegelaten vennootschappen te verhandelen. In sommige gevallen zijn de parallelmarkten gereglementeerd door en staan zij onder toezicht van door de overheid erkende autoriteiten die aan vennootschappen openbaarmakingsverplichtingen opleggen welke in wezen gelijkwaardig zijn aan die welke worden opgelegd aan officieel genoteerde vennootschappen. Het aan artikel 23 van deze richtlijn ten grondslag liggende principe zou derhalve ook kunnen worden toegepast wanneer dergelijke vennootschappen om toelating van hun effecten tot de officiële notering verzoeken.
- (24)
Om beleggers te beschermen moeten de voor het publiek bestemde documenten vooraf worden toegezonden aan de bevoegde autoriteiten in de lidstaat waar om officiële notering wordt verzocht. De betrokken lidstaat dient te beslissen of deze documenten aan een onderzoek door de bevoegde autoriteiten moeten worden onderworpen, en zo nodig de aard van dit onderzoek te bepalen en de wijze waarop het moet worden uitgevoerd.
- (25)
De bescherming van de beleggers in effecten, toegelaten tot de officiële notering aan een effectenbeurs, vergt dat hun gedurende de gehele noteringsduur van deze effecten een passende periodieke informatie wordt verstrekt. Een coördinatie van deze periodieke informatie heeft in hoofdzaak hetzelfde doel als het prospectus, namelijk de bescherming van de beleggers te verbeteren en haar meer gelijkwaardig te maken, de notering van deze effecten aan verschillende beurzen van de Gemeenschap te vergemakkelijken en aldus bij te dragen tot het tot stand brengen van een werkelijke communautaire kapitaalmarkt door een grotere onderlinge vervlechting van de effectenmarkten mogelijk te maken.
- (26)
Overeenkomstig deze richtlijn moeten de vennootschappen waarvan de effecten ter beurze zijn genoteerd, hun jaarrekening en het jaarverslag waarin informatie wordt verstrekt over het gehele boekjaar van de vennootschap, zo spoedig mogelijk ter beschikking van de beleggers stellen. Bij Richtlijn 78/660/EEG van de Raad (8) zijn de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten met betrekking tot de jaarrekeningen van bepaalde vennootschapsvormen gecoördineerd.
- (27)
Het is gewenst dat de vennootschappen ook ten minste eenmaal per boekjaar een verslag over de activiteiten van de vennootschap ter beschikking van de beleggers stellen. deze richtlijn kan derhalve beperkt blijven tot de coördinatie van de inhoud en de verspreiding van één verslag over de eerste helft van het boekjaar.
- (28)
Bij gewone obligaties is, wegens de rechten die zij hun houder verlenen, echter een bescherming van de beleggers door middel van de bekendmaking van een halfjaarlijks verslag niet vereist. Converteerbare obligaties, omwisselbare obligaties en obligaties met warrants kunnen krachtens deze ricthtlijn[lees: richtlijn] alleen tot de officiële notering worden toegelaten, indien de onderliggende aandelen voordien tot deze notering of tot een andere geregelde, regelmatig werkende, erkende en open markt zijn toegelaten of tegelijkertijd daartoe worden toegelaten. De lidstaten kunnen alleen van dit beginsel afwijken indien hun bevoegde autoriteiten ervan verzekerd zijn dat de obligatiehouders over de nodige informatie beschikken om zich een oordeel te kunnen vormen over de waarde van de onderliggende aandelen. Dientengevolge is een coördinatie van de periodieke informatie alleen noodzakelijk voor de vennootschappen waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de officiële notering aan een effectenbeurs.
- (29)
Het halfjaarlijkse verslag moet de belegger in staat stellen, zich met kennis van zaken een oordeel te vormen over de algemene ontwikkeling van de activiteiten van de vennootschap gedurende de verslagperiode. Dit verslag behoeft echter alleen de essentiële informatie over de financiële situatie en de algemene gang van zaken in de vennootschap te bevatten.
- (30)
Een doeltreffende bescherming van de beleggers en de goede werking van de beurzen vergen dat de voorschriften met betrekking tot de periodieke informatie door vennootschappen waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de officiële notering aan een effectenbeurs in de Gemeenschap, niet alleen toepassing vinden op de vennootschappen van de lidstaten, maar ook op vennootschappen van derde landen.
- (31)
Beleggers in effecten kunnen door een passende informatie beter beschermd worden en een groter vertrouwen in de effectenmarkt krijgen, waardoor de goede werking van deze markt wordt verzekerd.
- (32)
De coördinatie op communautair vlak van het desbetreffende beleid, waardoor deze bescherming meer gelijkwaardig wordt gemaakt, kan de vervlechting van de effectenmarkten van de lidstaten bevorderen en draagt aldus bij tot de totstandkoming van een werkelijke Europese kapitaalmarkt.
- (33)
Het is hiertoe dienstig de beleggers in kennis te stellen van belangrijke deelnemingen en van wijzigingen in deze deelnemingen in vennootschappen van de Gemeenschap waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de officiële notering aan in de Gemeenschap gelegen of werkzame effectenbeurzen.
- (34)
Een gecoördineerde nadere omschrijving van de inhoud van deze informatie en van de wijze waarop deze dient te worden verstrekt, is nodig.
- (35)
De vennootschappen waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de officiële notering aan een effectenbeurs van de Gemeenschap, zijn slechts in staat het publiek in kennis te stellen van de wijzigingen die zijn opgetreden in belangrijke deelnemingen, indien zij door de houders van deze deelnemingen van deze wijzigingen in kennis zijn gesteld.
- (36)
In de meeste lidstaten zijn deze houders hiertoe niet verplicht en, wanneer een dergelijke verplichting wel geldt, bestaan er aanmerkelijke verschillen in de wijze van toepassing. Het is derhalve wenselijk een in communautair verband gecoördineerde regeling terzake vast te stellen.
- (37)
Deze richtlijn laat de verplichtingen van de lidstaten, wat de in bijlage II, deel B, opgenomen termijnen voor de omzetting van de richtlijnen in nationaal recht betreft, onverlet,
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 116 van 20.4.2001, blz. 69.
Advies van het Europees Parlement van 14 maart 2001 (nog niet in het Publicatieblad verschenen) en besluit van de Raad van 7 mei 2001.
PB L 66 van 16.3.1979, blz. 21. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 88/627/EEG (PB L 348 van 17.12.1988, blz. 62).
PB L 100 van 17.4.1980, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 94/18/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 135 van 31.5.1994, blz. 1).
PB L 48 van 20.2.1982, blz. 26.
PB L 348 van 17.12.1988, blz. 62.
PB L 124 van 5.5.1989, blz. 8.
PB L 222 van 14.8.1978, blz. 11. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 1999/60/EG van de Raad (PB L 162 van 26.6.1999, blz. 65).