NJ 1920, p. 446
Ter verspreiding in voorraad hebben van „de Hel" van Barbusse. Voor de eerbaarheid aanstootelijk geschrift.
HR 12-04-1920, ECLI:NL:HR:1920:143
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 april 1920
- Magistraten
Voorzitter: Jhr. Mr. W. H. de Savornin Lohman. Raden: Mrs. A. J. L. Nijpels, A. Fentener van Vlissingen, H. Hesse en Jhr. E. A. E. vab Meeuwen.
- Zaaknummer
[12041920/NJ_1920,_p._446]
- Conclusie
Mr. Tak
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS120063:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1920:143, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑04‑1920
- Wetingang
(Sr art. 240.)
Essentie
Ter verspreiding in voorraad hebben van „de Hel" van Barbusse. Voor de eerbaarheid aanstootelijk geschrift.
Samenvatting
Onjuist is de stelling, dat onder „geschrift" alles is te begrijpen, wat geschreven is, alzoo ook een hoofdstuk, een bladzijde of een enkele zin in en aldus een onderdeel van een werk.
Waar in dit art. „geschrift wordt genoemd naast „afbeelding" en „voorwerp" en ten aanzien daarvan een aantal handelingen worden verboden, waaronder „aanslaan" en „als verkrijgbaar aankondigen", kan die opvatting reeds daarom bezwaarlijk worden aanvaard. Bovendien is die opvatting in strijd met de geschiedenis van het art., waaruit juist vólgt dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.