Einde inhoudsopgave
Regeling wapens en munitie
Artikel 43c
Geldend
Geldend vanaf 23-07-2019
- Bronpublicatie:
12-06-2019, Stcrt. 2019, 34687 (uitgifte: 25-06-2019, regelingnummer: 2615324)
- Inwerkingtreding
23-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-2019, Stb. 2019, 267 (uitgifte: 22-07-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet van 05-06-2019, Stb. 267.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
1.
De persoon die bevoegd is tot het voorhanden hebben van een vuurwapen van categorie II of III, draagt er zorg voor dat de wapens en munitie separaat van elkaar in een afzonderlijke deugdelijke bergplaatsen worden opgeslagen.
2.
Het in het eerste lid bepaalde is tevens van toepassing op essentiële onderdelen van wapens zoals bedoeld in artikel 3 van de wet.
3.
Onder deugdelijke bergplaatsen, als bedoeld in het eerste lid, wordt verstaan een speciaal voor de opslag van wapens vervaardigde, beveiligde, afsluitbare en voor onbevoegden niet eenvoudig te bereiken wapenkluis of een andere kluis die daarmee gelijk kan worden gesteld.
4.
Indien de in het tweede lid bedoelde kluis een gewicht van minder dan tweehonderd kilogram heeft, is de kluis deugdelijk verankerd in de vloer of de muur van de ruimte.
5.
Aan personen of instellingen die bevoegd zijn tot het voorhanden hebben van meer dan vijfentwintig wapens of een omvangrijke hoeveelheid munitie, kan door de korpschef van de politie toestemming gegeven worden de wapens of munitie in een andere deugdelijke bergplaats op te slaan, zulks naar het oordeel van de korpschef.