Inhoudsopgave
Bb 2019/34:Het enquêterecht en de harde juridische werkelijkheid voor economisch gerechtigden
Bb 2019/34
Het enquêterecht en de harde juridische werkelijkheid voor economisch gerechtigden
Documentgegevens:
Mr. C.E.J.M. Hanegraaf, datum 08-05-2019
- Datum
08-05-2019
- Auteur
Mr. C.E.J.M. Hanegraaf1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS50174:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Wetingang
art. 2:346 lid 1 BW
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In deze bijdrage bespreekt de auteur de beschikkingen van het Gerechtshof Amsterdam (Ondernemingskamer) d.d. 1 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:361 (Europa Leasing) en de Hoge Raad d.d. 1 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:146 (Europa Leasing). In die beschikkingen staat artikel 2:346 lid 1 BW (de bevoegdheid tot het indienen van een enquêteverzoek) centraal. Meer in het bijzonder staat de vraag centraal of het in deze kwestie door verzoekers gestelde economische belang op één lijn kan worden gesteld met het belang van een aandeelhouder.
1. Inleiding
In een vorige bijdrage in dit tijdschrift besteedde ik aandacht aan de economische ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.