Einde inhoudsopgave
Algemene wet op het binnentreden
Artikel 6 [Inhoud machtiging. Geldigheidsduur]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-1994
- Bronpublicatie:
22-06-1994, Stb. 1994, 572 (uitgifte: 09-08-1994, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 19073 Overheid.nl: 19073)
- Inwerkingtreding
01-10-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-09-1994, Stb. 1994, 683 (uitgifte: 01-01-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bevoegdheden
Strafprocesrecht / Algemeen
1.
De machtiging is ondertekend en vermeldt:
- a.
de naam en de hoedanigheid van degene die de machtiging heeft gegeven;
- b.
de naam of het nummer en de hoedanigheid van degene aan wie de machtiging is gegeven;
- c.
de wettelijke bepalingen waarop het binnentreden berust en het doel waartoe wordt binnengetreden;
- d.
de dagtekening.
2.
De machtiging blijft ten hoogste van kracht tot en met de derde dag na die waarop zij is gegeven. De Algemene termijnwet is niet van toepassing.