Einde inhoudsopgave
Besluit luchtvaartuigen 2008
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 15-03-2014
- Bronpublicatie:
11-12-2013, Stb. 2013, 554 (uitgifte: 19-12-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-03-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-02-2014, Stb. 2014, 102 (uitgifte: 14-03-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Verkeersrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onze Minister kan op aanvraag de volgende bewijzen van luchtwaardigheid afgeven:
- a.
een ICAO-standaard-BvL,
- b.
een speciaal-BvL of
- c.
een export-BvL.
2.
Een bewijs als bedoeld in het eerste lid onder a is geldig voor het internationaal uitvoeren van vluchten.
3.
Een bewijs als bedoeld in het eerste lid, onder b, is slechts geldig voor het uitvoeren van vluchten binnen het vluchtinformatiegebied Amsterdam dan wel de delen van het vluchtinformatiegebied Curaçao en het vluchtinformatiegebied San Juan die zich boven het territoir van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bevinden dan wel die delen waarvoor Onze Minister de verantwoordelijkheid voor het verzorgen van luchtverkeersdiensten heeft aanvaard.
4.
Een bewijs als bedoeld in het eerste lid, onder c, houdt, in combinatie met een bewijs van luchtwaardigheid als bedoeld in het eerste lid, onder a, of een bewijs van luchtwaardigheid als bedoeld in hetgeen bij of krachtens de basisverordening\ is bepaald, een toestemming in tot het uitvoeren van vluchten.
5.
De voorschriften of beperkingen verbonden aan een bewijs van luchtwaardigheid als bedoeld in het eerste lid worden neergelegd op dat bewijs van luchtwaardigheid of in een bijlage bij dat bewijs van luchtwaardigheid.