Rb. Oost-Brabant, 11-06-2020, nr. C/01/358855 / FA RK 20-2353
ECLI:NL:RBOBR:2020:2982
- Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
- Datum
11-06-2020
- Zaaknummer
C/01/358855 / FA RK 20-2353
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBOBR:2020:2982, Uitspraak, Rechtbank Oost-Brabant, 11‑06‑2020; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Wetingang
Uitspraak 11‑06‑2020
Inhoudsindicatie
Zorgmachtiging. De rechtbank stelt vast dat zorgplan niet voldoet aan de eisen van de wet. De rechtbank acht zich wel voldoende geïnformeerd om een zorgmachtiging te verlenen. De rechtbank beslist dat een nieuw zorgplan moet worden opgesteld.
Partij(en)
beschikking
RECHTBANK OOST-BRABANT
Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer : C/01/358855 / FA RK 20-2353
Uitspraak : 11 juni 2020
Beschikking betreffende een machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
van de rechtbank Oost-Brabant naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] , [geboorteplaats] ,
wonende in [woonplaats en adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.B.M. Vaessen.
Het procesverloop
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 26 mei 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een machtiging tot het verlenen van verplichte zorg.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- -
de bevindingen van de geneesheer-directeur;
- -
de medische verklaring van 16 april 2020;
- -
het zorgplan van 22 april 2020;
- -
de relevante politiegegevens en een uittreksel justitiële documentatie;
- -
een uittreksel curatele- en bewind register;
- -
gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen.
De officier van justitie heeft het verzoek voorafgaand aan de mondelinge behandeling schriftelijk nader toegelicht. De advocaat en de psychiater hebben deze toelichting ontvangen.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 11 juni 2020. Vanwege de veiligheidsmaatregelen naar aanleiding van het coronavirus heeft dit (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. corona) via een skype-verbinding plaatsgevonden vanuit het gerechtsgebouw in ’s-Hertogenbosch.
Daarbij heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- -
betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat mr. J.B.M. Vaessen
- -
[naam] , verzorgende;
- -
[naam] , psychiater;
- -
[naam] , officier van justitie.
De beoordeling
Uit de overgelegde stukken en wat tijdens de mondeling behandeling is besproken, is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat met name uit het aanzienlijk risico op levensgevaar voor betrokkene en anderen. Daarnaast bestaat voor betrokkene en anderen het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel en ernstige psychische schade. Indien betrokkene dieper in zijn psychose komt, kan hij de controle verliezen en gewelddadig worden. In het verleden is betrokkene veroordeeld voor agressieve incidenten. Het doormaken van een diepere psychose zorgt bij betrokkene voor een toename van zijn psychisch lijden. Voor betrokkene bestaat verder het aanzienlijk risico op maatschappelijke teloorgang. Betrokkene heeft nog steeds zucht naar middelen.
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag van betrokkene dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een ernstige psychotische stoornis - schizofrenie van het gedesorganiseerde type -, die wordt gecompliceerd door een verstandelijke beperking en middelengebruik.
Betrokkene heeft zorg nodig om het ernstig nadeel af te wenden, zijn fysieke gezondheid te stabiliseren of te herstellen en zijn geestelijke gezondheid te stabiliseren.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene ondergaat zijn behandeling momenteel vrijwillig. Dit lukt echter alleen doordat hij onder strikt toezicht staat en beperkte vrijheden heeft door de nu geldende voorwaardelijke machtiging. Daarbij zijn er in het verleden periodes geweest dat betrokkene geen medicatie wilde innemen. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- -
toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- -
beperken van bewegingsvrijheid;
- -
insluiten;
- -
uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- -
onderzoek aan kleding of lichaam;
- -
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- -
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- -
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten;
- -
opnemen in een accommodatie.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de verzorgende verklaard dat het niet nodig in om betrokkene te beperken in het gebruik van communicatiemiddelen. Daarom zal de rechtbank dat onderdeel van het verzoek afwijzen. Verder heeft de psychiater verklaard dat het de bedoeling is dat betrokkene ambulant wordt behandeld vanuit zijn woonplek bij [instelling] . Het opnemen in een accommodatie zal alleen worden ingezet als dit noodzakelijk is, doordat betrokkene psychisch ontregeld raakt.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Op basis van de bevindingen van de geneesheer-directeur en de verklaringen van de psychiater tijdens de mondelinge behandeling acht de rechtbank zich genoeg geïnformeerd om te beslissen op het verzoek.
Ten aanzien van het zorgplan van 22 april 2020 overweegt de rechtbank het volgende.
De Geneesheer-directeur geeft in het verslag van zijn bevindingen van 30 april 2020 aan - kort gezegd - dat het zorgplan in zijn visie niet voldoet aan de wettelijke eisen. De vermelde vormen van verplichte zorg zijn onvoldoende toegelicht en onderbouwd, evenals de noodzaak van gedwongen zorg, nu betrokkene het grootste deel van de behandeling vrijwillig ondergaat.
De rechtbank onderschrijft deze visie en constateert dat in het zorgplan ook slechts puntsgewijs en nauwelijks uitgewerkt is aangegeven welke vormen van zorg noodzakelijk zijn. Hiermee voldoet het zorgplan dan ook niet aan alle eisen die artikel 5:13, lid 1, Wvggz stelt. Daarom dient de zorgverantwoordelijke alsnog een ander zorgplan op te stellen dat daar wel aan voldoet.
De Geneesheer-directeur maakt in zijn bevindingen wel zelf inzichtelijk welke vormen van zorg volgens hem noodzakelijk zijn en waarom. Hij baseert zich daarbij (mede) op de medische verklaring van psychiater Hagenauw en het zorgplan. Op grond van al deze stukken tezamen heeft de rechtbank zich toch een gefundeerd oordeel kunnen vormen over de stoornis, het gedrag van betrokkene en ernstig nadeel dat daaruit voortvloeit en over de noodzaak van verplichte zorg.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden en geldt dus tot en met 11 december 2020.
De beslissing
De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] , [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- -
toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- -
beperken van bewegingsvrijheid;
- -
insluiten;
- -
uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- -
onderzoek aan kleding of lichaam;
- -
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- -
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- -
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten;
- -
opnemen in een accommodatie.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 11 december 2020;
bepaalt dat een nieuw zorgplan moet worden opgesteld, met inachtneming van hetgeen hiervoor is overwogen;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Lammers, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2020 in aanwezigheid van de griffier. | ||
Conc: LdW | ||
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open. | ||