Gst. 2017/50
Indiener van een WOB-verzoek is – indien geheimhouding is opgelegd – belanghebbende. Het WOB-verzoek kwalificeert tevens als verzoek tot opheffing van de geheimhouding. Het verzoek moet zo nodig worden doorgezonden.
ABRvS 23-11-2016, ECLI:NL:RVS:2016:3140, m.nt. J. Korzelius en C.N. van der Sluis
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
23 november 2016
- Magistraten
Mrs. D.A.C. Slump, C.M. Wissels en E.J. Daalder
- Zaaknummer
201507807/1/A3
- Noot
J. Korzelius en C.N. van der Sluis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925847:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Openbaarheid van bestuur
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2016:3140, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 23‑11‑2016
- Wetingang
(Art. 25 Gemw; art. 1, 2 en 3 WOB 1992; art. 1:2 lid 1 Awb)
Essentie
Indiener van een WOB-verzoek is – indien geheimhouding is opgelegd – belanghebbende. Het WOB-verzoek kwalificeert tevens als verzoek tot opheffing van de geheimhouding. Het verzoek moet zo nodig worden doorgezonden.
Samenvatting
Zoals de rechtbank terecht onder verwijzing naar de uitspraak van de ABRvS van 18 september 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:1183) heeft overwogen zijn besluiten tot het opleggen van geheimhouding en tot het weigeren van de opheffing daarvan primair gericht tot de leden van de raad. Deze besluiten hebben voor hen rechtsgevolgen. In zijn algemeenheid is echter niet uit te sluiten dat er personen of rechtspersonen zijn die een zodanige betrokkenheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.