NJ 2010, 214
Verjaring dwangsom; stuiting door onderhandelingen?; beroep op verjaring in strijd met redelijkheid en billijkheid?
HR 09-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL3866 (Reesink/Gemeente,Reesink/Gemeente Apeldoorn)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 april 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/03935
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
BL3866
- Roepnaam
Reesink/Gemeente
Reesink/Gemeente Apeldoorn
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL3866, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑04‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL3866, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑02‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑05‑2008
- Wetingang
BW art. 3:317, 6:2; Rv art. 611g
Essentie
Verjaring dwangsom; stuiting door onderhandelingen?; beroep op verjaring in strijd met redelijkheid en billijkheid?
Ook in het geval dat partijen in onderhandeling zijn, heeft te gelden dat voor stuiting van de verjaring een schriftelijke aanmaning of een schriftelijke mededeling als bedoeld in art. 3:317 BW is vereist. Het hof heeft kennelijk en niet onbegrijpelijk geoordeeld dat de enkele stelling van eiseres tot cassatie dat verweerster in cassatie, gelet op de onderhandelingen, moet hebben begrepen dat eiseres haar aanspraak op de dwangsommen wenste te handhaven, onvoldoende is om haar beroep op art. 6:2 lid 2 BW ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.