Einde inhoudsopgave
Wet op de strandvonderij
Artikel 19
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2012
- Bronpublicatie:
24-05-2012, Stb. 2012, 233 (uitgifte: 05-06-2012, kamerstukken: 32389)
- Inwerkingtreding
01-10-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2012, Stb. 2012, 276 (uitgifte: 27-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Na den verkoop, bedoeld in artikel 17 — of, indien artikel 14 heeft toepassing gevonden, nadat twee maanden zijn verstreken na de oproeping, zonder dat zich reclamanten hebben opgedaan, dan wel nadat, na toepassing van het tweede lid van artikel 16, gebleken is, dat de ingestelde reclames tot afgifte niet kunnen leiden — keert de strandvonder uit de opbrengst de verschuldigde hulploonen aan de redders uit; ontstaat omtrent het bedrag daarvan tusschen hem en de redders verschil, dan moet dit geschil worden beslecht door den in de tweede afdeling van de derde titel van het eerste boek of artikel 637 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering aangewezen rechter.
2.
De strandvonder zendt voorts zo spoedig mogelijk na het in het eerste lid bedoelde tijdstip, alsmede indien de zaken in natura aan de rechthebbende zijn afgegeven, de rekening en verantwoording betreffende het door hem gevoerde beheer, de verkoop en de door hem betaalde of nog te betalen hulplonen, beheerlonen en kosten aan de gemeenteraad.
3.
Zoodra de gemeenteraad met de rekening en verantwoording heeft ingestemd, consigneert de strandvonder het batig saldo, en doet van die consignatie blijken aan Onzen Minister van Financiën. De instemming der rekening en verantwoording laat de bevoegdheid van belanghebbenden, om haar te betwisten, onverlet.
4.
Wijst de rekening en verantwoording een nadeelig saldo aan, zonder dat zulks aan zorgeloosheid van den strandvonder is te wijten, dan wordt hem het nadeelig saldo uit 's Rijks kas vergoed.
5.
Indien een rechthebbende ten aanzien van zaken, nadat verkoop, als bedoeld in artikel 17, daarvan heeft plaats gehad doch vóór de consignatie, alsnog zijn recht op de geborgen en daarna verkochte zaken bewijst, wordt hem de opbrengst van de zaken, tegen betaling van de verschuldigde hulplonen, beheerlonen en kosten, door de strandvonder uitgekeerd.