NJ 1930, p. 415
Gaat bij verkoop van het verzekerde goed (art. 263 K.) de verplichting tot premiebetaling op den kooper over? [De verzekering was aangegaan voor drie jaar. Na betaling van de eerste jaarpremie was de verzekerde automobiel verkocht, Red.].
HR 13-02-1930, ECLI:NL:HR:1930:64, m.nt. Prof. E.M. Meijers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 februari 1930
- Magistraten
Mrs. Fentener van Vlissingen, Kosters, v. Gelein Vitringa, Kirberger, Polak
- Zaaknummer
[131930/NJ_1930,_p._415]
- Conclusie
Conclusie van den Proc.-Gen. Tak.
- Noot
Prof. E.M. Meijers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS152187:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1930:64, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑02‑1930
- Wetingang
(WvK art. 263.)
Essentie
Gaat bij verkoop van het verzekerde goed (art. 263 K.) de verplichting tot premiebetaling op den kooper over? [De verzekering was aangegaan voor drie jaar. Na betaling van de eerste jaarpremie was de verzekerde automobiel verkocht, Red.].
Samenvatting
Kantongerecht: Na verkoop van het verzekerde voorwerp kan van den oorspr. verzekerde niet meer de bij vooruitbetaling verschuldigde, na dien verkoop vervallen, premie gevorderd worden.
Rechtbank: Art. 263 K. zegt niets anders dan dat de voordeelen, uit een verzekeringsovereenkomst voortspruitende, na den verkoop door den nieuwen verkrijger zullen worden genoten, doch het laat zich niet uit over de verplichtingen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.