V-N 2011/21.8
Hoge Raad kan niet oordelen over klacht over mogelijke onjuistheid in proces-verbaal zitting hof (art. 8:61 Awb; art. 3.151 en 3.2 Wet IB 2001)
HR 22-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ2098, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
22 april 2011
- Magistraten
(Van Vliet, Bavinck, Leemreis)
- Zaaknummer
10/03541
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
BQ2098
- JCDI
JCDI:ADS183295:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ2098, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑04‑2011
- Wetingang
art. 8:61 Awb; art. 3.151 en 3.2 Wet IB 2001
Essentie
Hoge Raad kan niet oordelen over klacht over mogelijke onjuistheid in proces-verbaal zitting hof (art. 8:61 Awb; art. 3.151 en 3.2 Wet IB 2001)
Samenvatting
In deze derde cassatieprocedure beklaagt X zich erover dat het proces-verbaal van de zitting voor Hof ’s-Hertogenbosch ten onrechte mr. W.E.M. van Nispen tot Sevenaer als voorzitter van de zetel vermeldt en dat deze raadsheer niet ter zitting aanwezig was. Voor deze klacht is echter geen steun te vinden in de uitspraak van het hof noch in het proces-verbaal van de zitting, die voor de Hoge Raad ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.