NJ 2012/609
Aan verzoek cfm art. 330 Sv te stellen eisen.
HR 28-02-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV7140
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 februari 2012
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, W.F. Groos, J. Wortel
- Zaaknummer
S 10/01526
- Conclusie
A-G mr. J. Silvis
- LJN
BV7140
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Strafprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BV7140, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑02‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑05‑2011
- Wetingang
Sv art. 330
Essentie
Bij een verzoek cfm art. 330 Sv tot het doen verrichten van nader onderzoek moeten welomschreven onderzoekshandelingen worden opgegeven, zoals het (doen) horen van met name genoemde getuigen of getuige-deskundigen of het inwinnen van een deskundigenbericht omtrent een welomschreven vraagstelling. Verzoek was te onbepaald.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 29 maart 2010, nummer 23/003605-07, in de strafzaak tegen: D. Adv. mr. F.P. Siewe, te Amsterdam.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
(zie 2.1.; red.)
Conclusie
Conclusie A-G mr. J. Silvis:
1.
Verdachte is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.