Wet goedkeuring en uitvoering Verdrag van Londen
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 09-09-1953
- Bronpublicatie:
07-08-1953, Stb. 1953, 438 (uitgifte: 08-09-1953, kamerstukken: 2881 )
- Inwerkingtreding
09-09-1953
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-08-1953, Stb. 1953, 438 (uitgifte: 08-09-1953, kamerstukken: 2881 )
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Financiën
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien en voorzover het onderworpen zijn aan enige vorm van belasting in het Rijk in Europa afhankelijk is van het bezit van een woonplaats in of van ingezetenschap van het Rijk in Europa, worden de tijdvakken, gedurende welke een lid van een Nederlandse krijgsmacht of van een Nederlandse civiele dienst vertoeft buiten het grondgebied van het Rijk in Europa uitsluitend uit hoofde van zijn hoedanigheid van lid van een zodanige krijgsmacht of civiele dienst, niet beschouwd als tijdvakken van verblijf of van bezit van woonplaats buiten het grondgebied van het Rijk in Europa, noch beschouwd verandering van woonplaats of van ingezetenschap te weeg te brengen.
2.
De uitdrukkingen ‘krijgsmacht’ en ‘civiele dienst’ hebben in het eerste lid van dit artikel de betekenis, welke is omschreven in artikel I van het bij deze Wet goedgekeurde Verdrag.