Einde inhoudsopgave
Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen
Artikel 3.25 Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
04-10-2017, Stb. 2017, 373 (uitgifte: 12-10-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-10-2017, Stb. 2017, 391 (uitgifte: 23-10-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bouwrecht / Bouwen
Bouwrecht / Veiligheid en milieu
Openbare orde en veiligheid / Preventie
Openbare orde en veiligheid / Rampenbestrijding
1.
De overeenkomstig NEN 6068 bepaalde weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van een brandcompartiment naar een ander brandcompartiment is ten minste 30 minuten.
2.
Aan de in het eerste lid vereiste weerstand wordt voldaan indien de afstand van een brandcompartiment tot een ander brandcompartiment ten minste 5 m is.
3.
In afwijking van het eerste lid is de overeenkomstig NEN 6068 bepaalde weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van een cluster kampeermiddelen naar een ander cluster kampeermiddelen op een andere standplaats ten minste 20 minuten.
4.
Aan de in het derde lid vereiste weerstand wordt voldaan indien de afstand van enig bouwsel tot een kampeermiddel op een andere standplaats ten minste 3 m is.
5.
Indien een afstand als bedoeld in het tweede of vierde lid wordt gehanteerd, is de tussenliggende oppervlakte vrij van materialen, anders dan levende natuur of vervoermiddelen, die brandoverslag kunnen bevorderen.
6.
Bij het bepalen van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van een brandcompartiment naar een ruimte van een op een aangrenzend plaatsperceel gelegen bouwsel wordt voor het op het andere plaatsperceel gelegen bouwsel uitgegaan van een identiek maar spiegelsymmetrisch ten opzichte van de plaatsperceelsgrens gelegen bouwsel. Indien het plaatsperceel grenst aan een openbare weg, aan openbaar water of openbaar groen, of aan een plaatsperceel dat niet is bestemd voor bebouwing of voor een speeltuin, een kampeerterrein of opslag van brandgevaarlijke stoffen, vindt deze spiegeling plaats ten opzichte van het hart van die weg, dat water, dat groen of dat plaatsperceel.
7.
Het zesde lid is niet van toepassing indien er gedurende de periode waarin het bouwsel gebruikt wordt geen sprake is van een bouwsel of bouwwerk op het aangrenzend plaatsperceel.