JWB 2002/266
Faillissement, bodemrecht, pandrecht, faillissementskosten, netto-opbrengst
HR 12-07-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE1547
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 juli 2002
- Zaaknummer
C01/343HR
- LJN
AE1547
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE1547, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑07‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE1547, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑07‑2002
- Wetingang
Art. 21 Invorderingswet 1990; art. 57 lid 3 Fw; art. 182 Fw
Essentie
Faillissement, bodemrecht, pandrecht, faillissementskosten, netto-opbrengst
Samenvatting
Casus
In het faillissement van H.S.B. Rotsterhaule B.V. heeft de ontvanger een preferente fiscale vordering ingediend waarvoor ook het bodemrecht geldt. De ontvanger heeft verzocht (a) te verklaren voor recht dat de Ontvanger zich op grond van zijn bodemvoorrecht in dit faillissement kan verhalen op de volledige (netto-)opbrengst van de verpande bodemzaken en (b) de curator te veroordelen om daarmee bij de definitieve afwikkeling van het faillissement rekening te houden.
Rechtsvraag
Het gaat in cassatie om de vraag wat moet worden verstaan onder het begrip "de opbrengst van de onbelaste goederen" of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.