Einde inhoudsopgave
Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie
Artikel 43 Vakantie-uitkering
Geldend
Geldend vanaf 12-02-2021. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2020
- Bronpublicatie:
30-11-2020, Stb. 2021, 60 (uitgifte: 11-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
30-11-2020, Stb. 2021, 60 (uitgifte: 11-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
12-02-2021, terugwerkend tot: 01-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2020, Stb. 2021, 60 (uitgifte: 11-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
30-11-2020, Stb. 2021, 60 (uitgifte: 11-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
Het hoofd defensieonderdeel kent aan de ambtenaar per maand een vakantie-uitkering toe ten bedrage van 8% van de bezoldiging van de ambtenaar.
2.
Voor de ambtenaar die 22 jaar of ouder is bedraagt de vakantie-uitkering bij een voltijdaanstelling per maand tenminste € 174,93. Bij een deeltijdaanstelling wordt dit bedrag naar evenredigheid verminderd.
3.
Voor de ambtenaar die jonger is dan 22 jaar bedraagt de vakantie-uitkering ten minste het in het tweede lid berekende bedrag verminderd met 10% voor elk leeftijdsjaar of gedeelte van een leeftijdsjaar dat hij jonger is dan 22 jaar. De vermindering bedraagt maximaal 30%.
4.
Indien de ambtenaar aanspraak heeft op een gedeelte van de bezoldiging wordt de vakantie-uitkering naar evenredigheid van de bezoldiging berekend, tenzij anders vermeld. Indien de ambtenaar geen aanspraak heeft op bezoldiging heeft de ambtenaar geen aanspraak op vakantie-uitkering, tenzij anders vermeld.
5.
In afwijking van het vierde lid heeft de ambtenaar, die op grond van artikel 26 aanspraak heeft op een gedeelte van de bezoldiging, aanspraak op de vakantie-uitkering berekend over de volledige bezoldiging.
6.
In afwijking van het vierde lid, heeft de ambtenaar, die aanspraak heeft op militaire inkomsten als bedoeld in artikel 41, aanspraak op een vakantie-uitkering, voor zo veel de vakantie-uitkering, berekend over de volledige bezoldiging, meer bedraagt dan de vakantie-uitkering waarop hij als militair aanspraak heeft.
7.
In afwijking van artikel 6 wordt de vakantie-uitkering eenmaal per jaar in de maand mei uitbetaald over de periode van 12 maanden, die is aangevangen met de maand juni van het voorafgaande kalenderjaar. Bij ontslag van de ambtenaar vindt de uitbetaling plaats zo snel mogelijk na zijn ontslag.